Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6732
6732 Overlevering - Sacramenten - Sacramentele werking
10 januari 1957: Boek 72
Het strekt u mensen waarlijk niet tot eer, wanneer u uw denken, handelen en willen alleen laat bepalen door traditioneel overgenomen opvattingen; wanneer u zelfs niet eenmaal ernstig nadenkt of en in hoeverre zulke opvattingen gerechtvaardigd zijn en in hoeverre ze slechts als resultaten van menselijke gedachten zijn te beoordelen. U mensen zult op aarde de voleinding moeten bereiken. En dit is zo’n ernstige aangelegenheid, dat iedere enkeling zich daar ook ernstig mee bezig zou moeten houden. Maar dan zal hij ook vanzelf gaan twijfelen, of datgene, wat van hem wordt verlangd, gegrond is. En hij zal beginnen te vragen, of die overleveringen ook van Mij zijn uitgegaan, of onvervormde waarheid eraan ten grondslag ligt, of een waarheid in de loop der tijd door mensen is misvormd. Want de ernstige wil de voltooiing op aarde te bereiken, zal ook ontegenzeglijk zulke vragen vol twijfel opleveren, in het bijzonder dan, wanneer het om erg misvormde leren gaat, omdat Ik Zelf dan de mens die twijfel in het hart leg, om hem uit een schemertoestand naar het licht te leiden. En dat de zogenaamde “overleveringen” erg veel misvormde geestelijke leringen bevatten, valt niet te ontkennen, want er zijn uit Mijn Leer, die Ik Zelf op aarde heb gepreekt, zoveel gebruiken en verkeerde gewoonten, alsmede ook verkeerde leren afgeleid, dat het zuivere evangelie van de liefde - de voornaamste inhoud van Mijn leer - op de achtergrond is geraakt, terwijl menselijke aanvulling zich als zeer dringend handhaaft.
En de mensen laten zich daardoor inpalmen, ze doen ijverig hun best de verplichtingen na te komen en wagen het niet aan oude overleveringen of - in overeenstemming met de traditie - overgenomen zeden en gebruiken te tornen, die echter hun ziel niet de geringste vooruitgang opleveren. Maar ze kunnen niet worden verontschuldigd, omdat ieder mens denken kan en hij dus ook de plicht heeft, datgene in zijn gedachten te overwegen, wat zijn lot in de eeuwigheid bepaalt. Hij zou zijn taak op aarde meer serieus moeten nemen en niet moeten menen, dat Ik genoegen neem met volledig waardeloze handelingen, waartoe ook het “ontvangen van sacramenten” is te rekenen, die helemaal geen “sacramenten” zijn, omdat alleen datgene een heiligende werking kan hebben, wat een door de liefde levend geworden geloof van Mij Zelf in ontvangst mag nemen, wanneer dus door de liefde de aaneensluiting met Mij tot stand is gebracht. Dan wordt dus de mens door Mij rechtstreeks zo rijk gezegend, dat het hem mogelijk is tot voltooiing te komen op deze aarde. Dan zullen alle sacramentele zegeningen bij de mens openbaar worden. Hij zal de doop van de Geest ontvangen, hij zal voor zijn medemensen weer een leraar en verkondiger zijn, hij zal het Brood des hemels, Mijn Vlees en Mijn Bloed, te allen tijde mogen gebruiken, hij zal in innigste gemeenschap met Mij vol van wijsheid en liefde zijn, omdat geen zondenschuld hem meer teneerdrukt, die hem wordt vergeven terwille van Jezus Christus, Die, door zijn van liefde vervulde hart, door hem is herkend, en hij Hem nu belijdt tegenover iedereen. Hij zal vol zijn van de Geest uit Mij, want hij is levend geworden door zijn liefde en zijn geloof. Maar hij kan al deze zegeningen niet ervaren door het uitoefenen van plichten, die hij vervult uit traditie.
Wel is het goed, wanneer de gedachten van een kind worden gericht op het doel van zijn leven op aarde en zijn opgave. Maar het moet niet worden aangezet tot dode handelingen, maar steeds moet hem alleen de liefde worden gepredikt. En zoals zich de mens tegenover deze leer van liefde opstelt, zo ook zal zijn geestelijke vooruitgang zijn. Maar alleen door een leven in liefde kan hij de voltooiing bereiken. Alleen een leven in liefde levert hem ook de sacramentele zegeningen op. Want ieder mens moet in volledige wilsvrijheid zijn voltooiing nastreven, waarin hij echter gehinderd wordt door eisen en geboden, die zogenaamd Mijn Wil zijn. Hij moet levend worden en daarom moet hij ook levend zijn in zijn denken, willen en handelen. Maar elke vorm doodt dit leven en iets zuiver uiterlijks kan geen innerlijke veranderingen volbrengen. Maar ieder mens draagt zelf de verantwoordelijkheid voor zijn ziel en eens zal hij zich er niet voor kunnen verontschuldigen, dat hij verkeerd is onderricht. Want iedere mens, die ernstig naar voltooiing streeft, zal ook de mogelijkheid worden geboden, de zuivere waarheid uit Mij in ontvangst te nemen, als het zijn verlangen is Mij en Mijn Rijk te verwerven en steeds alleen maar Mijn Wil te doen.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte