Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6465
6465 Verbinding tussen de werelden der sterren en de aarde
1 februari 1956: Boek 69
In de verre ruimten van het heelal cirkelen sterren in grote aantallen en elk van deze sterren is een scheppingswerk dat als zijn bestemming heeft, het tot verblijfplaats dienen van het geestelijke dat zich positief aan het ontwikkelen is, om op veelsoortige manieren de ontwikkeling van dit geestelijke te bevorderen. Steeds echter zijn al deze scheppingswerken ontstaan t.b.v. het geestelijke, want oneindig groot is het getal van de gevallen oergeesten en onmetelijke perioden zijn er vereist tot de omvorming weer terug tot hun oerwezen voltrokken is.
En overal is leven - overal echter ook een stadium van verharding, dus heeft elk hemellichaam het gebonden en ook het al minder gebonden geestelijke in zijn gebied bij zich. Maar het wezenlijke dat blijk geeft van leven, is op de verschillende hemellichamen ook net zo verschillend van vorm en voert ook heel uiteenlopende werkzaamheden uit. En alleen op geestelijke wijze kan er over deze verschillend geaarde scheppingswerken en levende wezens bericht worden, omdat de verbinding tussen die werelden en de aarde nooit tot stand kan worden gebracht en bijgevolg elk weten erover onmogelijk zou zijn, wanneer het de mensen niet geestelijk werd overgebracht. Het zijn sterrenwerelden van ontzaglijk grote omvang vergeleken met de aarde, die wel het geringste en armzaligste hemellichaam genoemd zou kunnen worden wanneer niet haar doel en haar speciale bestemming dit niet zou compenseren.
Wat door u te zien is aan het firmament is slechts een nietig deeltje van de in het universum bestaande schepping GOD's, het zijn de sterren die zouden kunnen worden aangeduid als "zich bevindend in de nabijheid van de aarde" daar ze altijd nog door de ogen van de mensen bekeken kunnen worden al is het ook in een oneindige verkleining waarvoor u geen schaal kent. Maar deze sterren worden ook door zulke wezens bewoond die in een zeker kontakt hebben gestaan met de aarde dat zich als kosmisch teweeggebrachte uitstraling voordoet, die door alle hemellichamen die in het gebied staan van een zon die eraan is toegewezen, wederzijds van tijd tot tijd plaatsvindt. Wat u, mensen als "teweeggebracht door de kosmos" aanziet, is echter ook geestelijk niet zonder uitwerking. Het zijn in zekere zin voor u, mensen onbekende hulpverleningen door wezens die geven willen wat ze bezitten en graag willen nemen wat hun ontbreekt - wat echter altijd alleen geestelijk te verstaan is. De loop van alle hemellichamen voltrekt zich in de goddelijke ordening, die alleen door de Wil van GOD Zelf veranderd kan worden wanneer dit bevordelijk is voor een bijzonder doel.Maar juist deze wetmatige ordening verhindert ook dat er ooit sterren bij elkaar in de buurt komen, dat er tussen zulke sterren rechtstreekse verbindingen tot stand kunnen worden gebracht en dat door de wezens van een hemellichaam de sfeer eromheen zou kunnen worden doorbroken, die voor elk hemellichaam begrensd is.
Er bestaan wel geestelijke verbindingen van wereld tot wereld waarvan alleen het doel is dat ze de geestelijke ontwikkeling dienen. En zulke geestelijke verbindingen zullen in de laatste tijd zeer dikwijls tot stand worden gebracht, maar de mensen op de aarde weten niet door welke sterrenwerelden ze worden aangesproken wanneer een wezen van deze werelden zich uit. Zij weten het daarom niet omdat het totaal niet van belang is waar deze boodschappen vandaan komen, omdat een rechtstreeks benaderen van de wezens van zulke werelden nooit mogelijk is.
Maar ze werken onophoudelijk op de bewoners van de aarde in, daar ze hun geestelijke nood inzien en ook kennis hebben van wat dit "hemellichaam aarde" te wachten staat. En ze tonen daarom 'n levendige belangstelling voor hun wel en wee, omdat ze op de hoogte zijn van de grote kans van de mensen op aarde om kinderen GOD's te kunnen worden en graag hun hele invloed willen aanwenden dat de mensen dit doel bereiken.
De bewoners van andere hemellichamen zijn meer of minder vol van Licht, maar tot de duistere geestestoestand van de mensen op aarde zijn ze niet vervallen zodra stralende sterren hun verblijfplaats zijn. Maar ook hun ontwikkeling is nog niet afgesloten, ook zij hebben de oertoestand nog niet bereikt - toch is hun ontwikkelingsgang een andere dan bij de mensen op aarde en ook hun werkzaamheid is anders.
Hun geestelijke missies kunnen zich ook tot de bewoners van de aarde uitstrekken en op een andere manier plaatsvinden dan door u, mensen is voor te stellen. U kunt onder hun invloed staan, u zult u echter nooit anders dan geestelijk met hen in verbinding kunnen stellen, omdat dit ook een wet is van de goddelijke ordening, die onherroepelijk is.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte