Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6462
6462 De uitwerking van dwaalleren in het hiernamaals
27 januari 1956: Boek 69
Er zijn veel valse opvattingen bij de mensheid binnengedrongen waaraan de wil van de mensen echter zelf schuld is, anders zouden de krachten van de duisternis hun verwoestende arbeid niet hebben kunnen uitoefenen. Zelfs het geringste nadenken zou de mensen hebben kunnen laten inzien dat hun de waarheid niet werd voorgelegd, doch daaraan ontbrak het hun en zij namen alles zonder nadenken aan. En nu zijn deze dwaalleren zo vastgeworteld in het menselijke denken dat het moeilijk is ze uit te roeien. Het gevaar bestaat echter dat steeds meer dwaalleren uit deze valse opvattingen ontstaan.
Er kan geen geestelijke vooruitgang behaald worden, noch op aarde noch in het rijk hierna, zolang zulke dwaalleren niet worden rechtgezet en onschadelijk gemaakt - wat alleen weer door het doen toekomen van de zuivere waarheid kan geschieden. Maar het is moeilijk een op zichzelf staande leer recht te zetten, want het inzicht dat daar voor nodig is, vereist een duidelijk beeld van het goddelijke Liefdes- en Verlossingsplan, dat dan de zinneloosheid van zulke valse leren bewijst zodat nu elke dwaling duidelijk is te doorzien, als het de mens ernst is de waarheid te kennen.
Gaat een ziel nu vervuld van dwaling het geestelijke rijk in, dan leeft zij daar in die verkeerde gedachtengang verder en kan nooit meer een geestelijke vooruitgang boeken. Maar zij neemt de waarheid ook moeilijk aan. Nog veel moeilijker is het iemand die meent alles te weten tot de waarheid te brengen, dan een geheel onwetende, die zich veel eerder laat onderrichten en gewilliger is de waarheid te aanvaarden. De eerstgenoemden zullen pas tot nadenken komen als zij zich onbevredigd voelen en gedurig in een duistere toestand voortgaan - of, als zij geen slechte instelling hebben in een heel zwakke schemering, die hun echter geen welbehagen schenkt. Dan beginnen zij na te denken over de valse beloften waaraan zij zich op aarde hebben vastgehouden, en die hun een onaantastbaar evangelie toeschenen.
Om deze zielen tot nadenken te bewegen en tot aanvaarden van de waarheid, moeten zij zich vaak lange tijd in sferen bewegen die voor hen niet aangenaam zijn, opdat zij steeds meer aan hun valse leerstellingen denken, ze in acht nemen en toch geen verandering in hun toestand ondervinden. Dan eerst beginnen zij te twijfelen en dan eerst is het tijd dat zij die de waarheid in zich dragen hen kunnen naderen, om hen langzaam tot andere gedachten over te halen.
Maar er gaat vaak veel tijd verloren voordat een ziel tot inzicht komt. En daarom is het een van de belangrijkste opdrachten voor de werkers in de wijngaard des HEREN al op aarde tegen dwaling en leugen in te gaan en de mensen al op aarde opmerkzaam te maken op de nutteloze gang van zaken in hun leven, zelfs als zij het niet willen geloven. Want dan kunnen deze denkbeelden sneller in hun gedachten komen als zij heengaan van deze aarde, en een inzicht dat sneller doorbreekt is mogelijk in het rijk hierna.
Steeds weer moet het de mensen voorgehouden worden dat alles vergeefs is waar zij ijverig gehoor aan geven, als zij de geboden van de liefde tot GOD en de naasten niet voorop stellen. Heel duidelijk moet hun gewezen worden op de valse leren - en die zijn er zeer veel. Het moet hun worden voorgehouden dat GOD alleen liefde van de mensen verlangt om ze op te kunnen nemen in Zijn rijk, en dat al het andere echter zonder waarde is voor de ziel zolang de liefde ontbreekt.
En al zijn de mensen daar nu verontwaardigd over, de zielen zullen u toch eenmaal danken als zij het aardse omhulsel hebben verlaten. En als zij zich behoeftig en gebrekkig bedeeld voelen en daar geen verklaring voor weten, dan zullen zij aan uw voorlichtingen denken en door hun toestand ook de waarheid inzien. En dan zijn zij ook dankbaar wanneer hun nu de waarheid wordt aangeboden, want alleen deze kan hen helpen opwaarts te gaan, alleen door de waarheid kunnen zij zalig worden.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte