Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6289
6289 Bestuurder van het lot - God van liefde
20 juni 1955: Boek 68
Dit zult u moeten weten, dat Ik u voor Mij wil winnen en dat daarom uw hele leven op aarde zo verloopt, dat Ik mijn doel zal bereiken, wanneer u Mij geen weerstand biedt. Het staat u weliswaar altijd vrij of u het leven op aarde benut, of u alles wat u overkomt in dit leven op aarde zijn uitwerking zal laten hebben op uw ziel, of alles ertoe bijdraagt dat u de weg naar Mij zult nemen, want u zult u ook kunnen verzetten, doordat u in opstand zult komen tegen uw lot, dat Ik toch zelf over u heb beschikt om alleen uw zaligwording te bereiken. U zult in opstand kunnen komen en woedend worden tegen de Bestuurder van het lot en dan gaat u nooit de weg naar Hem, noch geeft u zich vrijwillig aan Hem over. Dan keert u zich weer naar hem, van wie Ik u wil bevrijden.
U zult eerst moeten leren geloven in een God van liefde. Dan begrijpt u ook diens besturen en werkzaam zijn. U zult leren begrijpen dat Hij steeds alleen maar één doel op het oog heeft dat u gelukkig moeten maken. U geleid te weten door een God van liefde, zal u ook al het moeilijke laten verdragen dat Hij u oplegt, omdat u op deze God van liefde dan ook zult vertrouwen, dat Hij het alleen maar goed met u meent. En u zult het gemakkelijk kunnen geloven dat Ik een God van liefde ben wanneer u alleen al de schepping om u heen aanschouwt, wanneer u erover nadenkt dat alles toch alleen voor u mensen is geschapen opdat u zult kunnen leven en genieten van de scheppingen der natuur. Dat u mensen vaak in hachelijke omstandigheden geraakt, zou u niet aan de liefde en wijsheid van een Schepper mogen laten twijfelen, echter steeds maar moeten laten vragen waarom u in zulke situaties terecht komt.
Alles in de natuur is zo wijs ingericht dat het ene het andere tot ontwikkeling dient, dat het ontstaat en bestaat volgens wijze wet zolang de ordening in de natuur niet door menselijk ingrijpen wordt verstoord. Dan zou u ook tot de slotsom moeten komen dat u zelf u niet in de ordening ophoudt die door God gewild is, dat u dus zelf aanleiding bent voor lijden en noden die u overkomen. En u zou u nu vol vertrouwen tot een God van liefde moeten wenden die alles om u heen en ook u zelf heeft geschapen en Hem vragen u te helpen de ordening te herstellen.
U mensen die gelooft dit niet te kunnen, ontbreekt het alleen maar aan deemoed. U bent zo verwaand dat u zich niet wilt onderwerpen aan een sterke Macht, dat u zich tegen haar verzet en daarom in zulke situaties terecht zult moeten komen, waarin u uw zwakheden leert inzien. En alleen de deemoedige mens neemt de weg naar Mij, omdat hij zich alleen te zwak en niet in staat voelt zelf zijn toestand te verbeteren. Het geloof in een God van liefde en wijsheid stelt ook de deemoed voorop. De arrogante kan niet geloven omdat hij niet geloven wil, omdat hij geen Macht boven zich wil erkennen aan wie hij zich moet onderwerpen.
Het leven op aarde, met al zijn door het lot gewilde belevenissen, zou hem wel het bewijs kunnen leveren dat hij niets vermag tegen de wil van een Sterkere en dientengevolge zou ieder mens daaruit voordeel kunnen trekken voor zijn ziel. Maar zijn wil blijft vrij en weerstand tegen Mij laat hem alleen maar steeds dieper wegzinken, terwijl onderwerping hem opwaarts zou laat gaan, waartoe u het leven op aarde is gegeven. Ik wil u voor Mij winnen om u gelukkig te maken. Want ver van Mij blijft u in een ellendige toestand, in duisternis en pijn.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte