Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6249
6249 De bescherming van GOD voor Zijn strijders en knechten
3 mei 1955: Boek 67
Wat er ook tegen u zal worden ondernomen, IK houd Mijn beschermende Hand boven u en uw arbeid die u zult willen verrichten voor MIJ en Mijn rijk. Steeds zal er tegen de waarheid worden gestreden en bijgevolg ook tegen u, die de waarheid verbreidt, en dat is het wapen van Mijn tegenstander, dat hij zich als verkondiger van de waarheid voordoet en dat hij heel wat meer aanhangers zal vinden dan u, die de waarheid van MIJ Zelf ontvangt. Zolang de mensen u aanhoren, misschien ook afwijzen, maar u niet aanvallen, is Mijn tegenstander niet tevreden, want hij wil het licht doven dat IK Zelf op aarde heb ontstoken En daarom zoekt hij mensen die hij kan beïnvloeden om tegen u op te treden; En hij vindt ze en wel in de rijen van diegenen die geestelijk verwaand zijn, hij vindt ze daar waar hij al lang werkzaam kon zijn, waar de verlichting door de GEEST ontbreekt, zodat ze niet in staat zijn de dwaling van de waarheid te onderscheiden: Ook hun tovert hij de waarheid voor en ze geloven hem eerder dan diegenen die hun de waarheid werkelijk brengen. En daarom is hun geest niet verlicht omdat ze geen liefde hebben, omdat ze menen het werkzaam zijn in liefde te kunnen vervangen door handelingen die Mijn tegenstander hun als heilzaam en resultaat belovend voor hun zielen voorstelt. Maar zonder liefde kan er in hen het licht van het inzicht niet worden ontstoken en ze zullen daarom zonder inzicht blijven en voor Mijn tegenstander steeds welkome objecten zijn waarvan hij zich kan bedienen om tegen u te ageren.
Maar IK ben op de hoogte van zijn plannen en van de volgzaamheid van de van hem afhankelijke mensen: IK geef ook hun gelegenheid om tot inzicht te komen, maar IK dwing ze daartoe niet, en waar ze u schade willen berokkenen, daar plaats IK bewakers die u beschermen voor hun verderfelijk venijn, die hen weren om bij u te komen: Want wie IK bestem om voor MIJ te arbeiden, ondervindt ook Mijn bescherming in overvloedigste mate, om niet te worden gehinderd in zijn werkzaam zijn:
De strijd tussen Licht en duisternis zal steeds heftiger ontbranden en u bevindt zich in de tijd van deze strijd: U zult uzelf moeten bewijzen door sterke onbevreesde strijders te zijn voor MIJ en Mijn Woord: Maar IK zal u ook de kracht geven om u tegen elk bevel te kunnen verzetten, u zult strijden met het zwaard van de mond en IKZelf zal daarbij het zwaard hanteren, IK zal u steeds weer de woorden in de mond leggen als u voor MIJ strijdt, omdat het Mijn Wil is dat de dwaling zal worden blootgelegd, wat alleen maar door een strijder zonder angst kan worden gedaan, die de kracht om te weerstaan van MIJ ontvangt.
Wees daarom niet bevreesd wanneer u zult worden aangevallen, weet u, integendeel, steeds door MIJ begeleid en beschut en neem rustig de uitdaging aan: Dwing hen die tegen u zijn tot een woordenstrijd, u zult zeker niet het onderspit delven al zou Mijn tegenstander zelf u aanvallen; Want u bent nooit alleen, maar u zult steeds zeker kunnen zijn van Mijn tegenwoordigheid, waartegen de tegenstander ook niet is opgewassen.
Maar zonder strijd zal het in de laatste tijd vóór het einde niet gaan. Maar u zult strijden voor MIJ en Mijn Naam en daarom zult u ook Mijn bescherming genieten, zoals IK het u heb beloofd.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte