Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6233
6233 Lijden en sterven
9 april 1955: Boek 67
Mijn lijden en sterven aan het kruis was niet te vermijden. Ik moest de kelk leegdrinken tot de laatste druppel. Ik moest alles op Mij nemen om het verlossingswerk voor u mensen te volbrengen, dat u bevrijdde van alle schuld. Alleen al het besef van uw beklagenswaardige toestand spoorde Mij aan deze offergang te gaan, want mijn hart was vol liefde voor u en deze liefde wilde dat ontzettende lot dat u zou wachten na uw lichamelijke dood, van u weg nemen. Omdat Ik dat ondraaglijke lot kende, omdat Ik zowel de zaligheid van het lichtrijk als ook het lijden en de kwellingen van het rijk der duisternis aan mijn ogen voorbij kon laten gaan, en omdat mijn liefde u gold als mijn gevallen broeders, zocht Ik naar de enige uitweg die uw ontzettende lot kon afwenden. Ik nam zelf al uw zondenschuld op Mij en ging daarmee de weg naar het kruis.
Wat Mij aards werd aangedaan stond als het ware slechts symbool voor wat de gehele zondenlast voor Mij betekende. Een onmetelijk drukkende en naar beneden trekkende last die Mij steeds weer op de grond wierp, en die Ik toch gedragen heb uit overgrote liefde. Wat mijn lichaam aan smarten kon verduren heb Ik ook op Mij genomen, want Ik droeg de zondenlast voor u. Ik wilde daarvoor de verzoening tot stand brengen die u onherroepelijk zou hebben moeten voldoen, maar waartoe u gedurende eeuwigheden niet in staat zou zijn geweest. Ik heb geleden en gestreden, Ik heb waarlijk bloed gezweet. Ik heb in alle diepten van de hel gekeken en angst en afgrijzen verscheurden mijn ziel. Ik heb alles verdragen wat uzelf had moeten lijden. En mijn liefde voor u gaf Mij de kracht om vol te houden tot in het uur van de dood.
Niets is vergelijkbaar met mijn lijden, en geen mens zou deze maat hebben kunnen verdragen. Maar Ik heb Mij vrijwillig daarvoor aangeboden omdat Ik wist, dat u alleen zo verlost kon worden uit de boeien van de satan. Ik wist tevoren al wat Mij te wachten stond en droeg die last ook met Mij mee. Ik ging bewust de weg waarvan het einddoel het kruis was. Maar door dit te weten leed Ik onbeschrijflijk en daarom kon Ik nooit vrolijk zijn tussen de mijnen. Ik zag het onheil dat boven de zielen hing en Ik zag het uitblijven van het succes van hun aardse levenswandel als Ik faalde en hun niet de verlossing bracht uit zonde en dood.
En deze kennis versterkte mijn wil, zodat Ik Mij zonder verzet aan mijn lot overgaf, dat zin en doel van mijn aardse leven geweest is. Doch tot het laatst moest Ik worstelen, tot het laatst torende die last zo ontzaglijk hoog boven Mij uit dat Ik mijn kracht voelde verminderen en Ik als mens tot God riep om de kelk aan Mij voorbij te laten gaan. Maar de kracht van mijn liefde was sterker dan mijn menselijke zwakheid. En de dag van mijn onuitsprekelijk lijden en mijn sterven aan het kruis werd voor u mensen de dag van verlossing van alle schuld. En dit te weten liet Mij alles geduldig op Mij nemen, zodat Ik tenslotte kon uitroepen: "Het is volbracht!" En mijn ziel kon terugkeren naar waar zij vandaan gekomen was, want juist door mijn dood vond de volkomen vereniging plaats met de Vader van eeuwigheid van wie Ik eens was uitgegaan.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte