6150 Wet van eeuwigheid: Liefde Goddelijke ordening
31 december 1954: Boek 66
Er bestaat een eeuwige wet waar u zich allen aan moet onderwerpen als u gelukzalig wilt zijn. U zult er weliswaar van af kunnen wijken, u zult ook kunnen handelen in strijd met de wet, maar dan geeft u ook uw gelukzaligheid op, dan komt u in een toestand waarin alle harmonie is opgeheven, waarin u onzalig bent.
De wet van eeuwigheid echter heet Liefde. En nu weet u ook wanneer u handelt in strijd met de wet; wanneer u zondigt tegen de liefde. Waar Liefde is, is ordening, harmonie en volmaaktheid. En daarom ook gelukzaligheid. Wordt de liefde buiten beschouwing gelaten, dan wordt ook al het andere geruïneerd, uit de liefdeloosheid ontstaan andere eigenschappen die in strijd zijn met de wet, die er alle alleen maar toe bijdragen een ellendige toestand teweeg te brengen en kwaad voort te brengen dat steeds toeneemt en dus elke harmonie uitsluit, die een vereiste is voor gelukzaligheid.
Een leven in strijd met de wet van de goddelijke ordening, een leven in strijd met de liefde zal zijn uitwerking hebben in een chaotische toestand, omdat het nooit opbouwende, maar steeds verwoestende gevolgen heeft - tot uiteindelijk deze toestand een graad bereikt heeft waarin deze verwoestende effecten zichtbaar worden - waarin er daarom een gewelddadig terugvoeren haar de goddelijke ordening plaatsvindt, daar er anders 'n niet te overziene chaos een leven van de mensen op de aarde onmogelijk laat worden en daardoor ook het hoofddoel van de schepping: het rijp worden van het geestelijke in deze schepping, niet meer zou kunnen worden nagekomen.
Maar GOD brengt alles in orde. HIJ herstelt de ordening zodra de tijd gekomen is waarin de grenzen overschreden worden, waarin het de mensheid aan liefde ontbreekt en ze daarom helemaal uit de goddelijke ordening is gestapt. Maar zo'n tot stand brengen van de goddelijke ordening is uitermate smartelijk, het vereist een harde hand, die in orde brengt wat verkeerd is, die recht buigt wat krom was. En de slachtoffers zullen die mensen zijn die zich verzetten en weerstand bieden, die door hun liefdeloosheid bewijzen, dat ze geheel uit de ordening zijn gestapt.
Dezen moeten door een louteringsvuur gaan dat hun weerstand nog kan breken voor het rechtspreken plaatsvindt - of dat ze gedwongen worden zich te houden aan de eeuwige ordening door kluistering, waartegen ze zich niet meer kunnen verzetten.
De ordening moet hersteld worden terwille van de verlossing van het geestelijke. De liefde moet weer heersen op aarde, harmonie en gelukzaligheid moet weer gewaarborgd zijn aan de bewoners van de aarde die zich onderwerpen aan de eeuwige wet, die dus leven in liefde en innige verbondenheid met GOD, DIE de eeuwige LIEFDE Zelf is. Pas het nakomen van GOD's wet bevrijdt het geestelijke van zijn keten, die zich echter opnieuw om het geestelijke sluit dat in strijd handelt met de wet van de liefde in een mate, zoals het voor het einde van een verlossingsperiode duidelijk zichtbaar is - dat geestelijk en aards slechts van een chaos gesproken kan worden die eens 'n totale vernietiging in gang zet. Eens wordt de goddelijke ordening hersteld, opdat het goede de gelukzaligheid kan bereiken en het kwade verbannen wordt. Want GOD is de HEER over hemel en aarde en voor HEM moet alles buigen wat uit HEM is voortgekomen. Zijn Wil moet vervuld worden en Zijn Wil is Liefde.
Amen
Themaboekje | Titel | Downloaden |
---|---|---|
45 | Over het WEZEN van GOD | ePub PDF Kindle |
Deze openbaring
als MP3 downloaden
Afdrukvoorbeeld
Kladschriften