Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6140
6140 Levend water - De weg naar de bron
20 december 1954: Boek 66
Waar Ik mijn woord ook maar heen kan leiden, daar zal het ook klinken. Wel bedien Ik me daartoe van diegenen die mijn woord rechtstreeks kunnen ontvangen, maar naar hen breng Ik de mensen die het verlangen hebben geestelijke spijs in ontvangst te nemen en die Ik daarom ook met spijs en drank bedenk, opdat hun ziel rijp zal kunnen worden.
Want Ik weet wie zich door mijn woord zal laten aanraken. Ik weet wie in staat is het op te nemen. Ik weet ook waar mijn zaad op goede bodem valt en waar een goede oogst te behalen is. Maar het zijn er steeds maar weinigen die onder de indruk raken, die zich door Mij zelf aangesproken voelen als hun mijn woord wordt aangeboden. Maar Ik wil ook deze weinige zielen voor Me winnen, Ik wil dat ze zich geheel en al aan Mij overgeven en daarom spreek Ik hen aan.
U allen die Mij aanhoort, zult uit mijn woord een groot voordeel trekken en uw ziel zal het verheugd ervaren dat haar iets kostelijks wordt geboden, dat ze kracht ontvangt. Want mijn woord is gezegend met mijn kracht. U zult het wel overal in ontvangst kunnen nemen en steeds zal het u zegen opleveren als u van harte begeert door Mij te worden aangesproken.
Maar nog veel sterker zal mijn woord u treffen als u Mij zelf tot u laat spreken door de mond van een mens die Ik Mij zelf heb uitgekozen om door hem tot u allen te kunnen spreken. U moet levend water drinken, u moet putten uit de bron die Ik voor u heb ontsloten en waar het levenswater zuiver en onvervalst uit stroomt, dat daarom ook een uitermate levenwekkende uitwerking op u zal hebben.
Ga de weg naar mijn bron, dat wil zeggen: heb de wil dat uw ziel gelaafd en gesterkt wordt en let nu ook op diegenen die u de weg wijzen naar de onuitputtelijke bron van mijn liefde. Wens serieus door Mij te worden gevoed en te drinken gegeven en Ik zal mijn dienaren naar u toesturen, die u in mijn opdracht brengen wat uw ziel dringend nodig heeft, het brood des hemels waarzonder u de eeuwige zaligheid niet zult kunnen bereiken.
Versmaad zulke gaven die uw ziel tot heil strekken niet. Geef haar ook rijkelijk voeding en laat haar geen gebrek lijden vanwege uw lichaam dat u overvloedig bedenkt met aardse spijzen, want het lichaam is u alleen gegeven opdat u de ziel de geestelijke rijpheid zult verschaffen gedurende het aardse leven. En daarom moet u haar rijkelijk bedenken, want u zult rijkelijk ontvangen zodra u maar het brood des hemels begeert. Ik zal het u steeds aanbieden, omdat Ik een goede Huisvader en ook een goede Arts ben en precies weet wat u nodig hebt om zalig te worden.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte