Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6081
6081 Wetenschappelijke "successen" aan het einde van een aarde-periode
17 oktober 1954: Boek 66
Steeds dan is het einde van een ontwikkelingsperiode gekomen als de mensen zo ver uit de goddelijke ordening zijn weggegaan, dat ze zich bevoegd voelen in het scheppingsplan van GOD in te grijpen, omdat ze niet meer aan GOD, als de alles voortbrengende Macht geloven en daarom menen al het bestaande zelf te kunnen beheersen.
De mensen hebben weliswaar als erfdeel GOD's ook een scheppende geest gekregen en kunnen zelfs dit erfdeel in zich nog doen toenemen. En met deze scheppende geest kunnen ze met GOD's hulp het onmogelijk schijnende tot stand brengen en bereiken - en daarbij zullen ze toch in GOD's ordening blijven, zolang ze de kracht om zelf te scheppen uit GOD betrekken. Ze zullen echter dadelijk uit deze ordening treden wanneer al hun plannen slechts aards gericht zijn, wanneer ze zich van GOD als de voortbrengende Macht afzonderen en slechts alleen gebaseerd op hun verstand experimenteren. Wanneer ze dus de goddelijke scheppingen als proefobjecten gebruiken, zullen ze zich zo tot handlangers van satan maken, die het zich ten doel heeft gesteld alle scheppingen te verwoesten.
En aan het einde van een aarde-periode is de mensheid steeds vol van aardse wijsheid. Dan geloven de wetenschappers de sleutels gevonden te hebben voor alle gebieden - en maar zelden is de weg gegaan die GOD heeft aangewezen om tot ware kennis te komen. Zonder GOD echter zijn alle wegen gevaarlijk, zonder HEM zijn alle successen twijfelachtig en zonder HEM betreden de mensen gevarenzones, omdat ze dan geleid worden door hem die geen opbouw maar alleen de ondergang wil. De mensen laat hij weliswaar geloven dat ze opbouwend bezig zijn, terwijl ze evenwel hun eigen graf graven - dus zelf bijdragen aan de ondergang van de aarde. Want de schijnbare vooruitgang van de wetenschap is het werk van satan, het werk van GOD's tegenstander, die de mensen aanzet tot de grootste verstandelijke inspanning, maar met uitsluiting van goddelijke ondersteuning.
De mensen van de eindtijd zullen daarom proberen zich alle krachten van de natuur ten nutte te maken, maar ze zullen het niet in een door GOD gewilde zin doen. Ze zullen integendeel uit de goddelijke ordening treden en de gevolgen ervan zullen zich heel gauw laten zien. GOD voorzag echter het willen en handelen van de mensen al van eeuwigheid en daarom wijst HIJ steeds weer op dat wat komen gaat, want HIJ weet wanneer, waar en hoe het verkeerde menselijke denken zich uit. Daarom onderricht HIJ de mensen over het verkeerde van hun denken en HIJ wil hen daardoor bewegen zich aan Zijn Macht, Die boven alles staat, toe te vertrouwen. HIJ wil ze voor de invloed van Zijn tegenstander waarschuwen. HIJ wil ze aanraden in Zijn goddelijke ordening te blijven, en HIJ beloont allen die naar HEM luisteren en HEM erkennen als hun GOD en Schepper van eeuwigheid.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte