Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6071
6071 Zonde is een vergrijp tegen de liefde
6 oktober 1954: Boek 65
In een wereld van liefdeloosheid moet ook de zonde hand over hand toenemen, want zonde is alles wat in strijd handelt met de liefde. Zonde is alles wat tegen de goddelijke ordening, die gebaseerd is op de liefde, ingaat. Hoe minder nu de mensen in de liefde leven, des te duidelijker treden ze uit de goddelijke ordening - ze zondigen en geven zich hem in handen die de zonde in de wereld heeft gebracht. Zonde is elk onrecht dat zijn oorsprong heeft in liefdeloosheid.
Iedere zondaar staat op tegen GOD, tegen de eeuwige LIEFDE, want hij doet bewust iets waardoor hij zich verzet tegen GOD, en zijn eigenliefde (egoïsme) verleidt hem daartoe. Hij houdt meer van zichzelf dan van GOD - hij heeft ook wel een liefde in zich, maar die is verkeerd gericht, hij heeft die van de tegenstander van GOD overgenomen, die eveneens zondigde tegen GOD, omdat hij zichzelf boven GOD stelde en daarom viel.
Een mens die in de liefde leeft, kan niet zondigen. Hij kan wel vallen, dus in zwakheid voor de verzoekingen van de tegenstander bezweken zijn, maar de liefde zal hem steeds weer laten opstaan, hij zal zijn onrecht willen goedmaken, hij zal zijn misslag inzien en er berouw over hebben, en hij zal vergiffenis krijgen, omdat zijn wezen zich verzet tegen de zonde, tegen een bewuste overtreding van de liefde. Een zondaar is zonder liefde en hij zal pas dan zijn zonden beseffen en er berouw over hebben, wanneer de liefde in hem is ontstoken. Dan pas keert hij zich af van de zonde, dan pas treedt hij binnen de wet van de eeuwige ordening.
Zolang de mensen door de liefdeloosheid worden beheerst, zal het onrecht zich uitbreiden, de mens zal zijn eigen voordeel zoeken ten koste van de medemens, de sterkere zal de zwakke in het nauw drijven en uitbuiten, het eigendom zal niet worden geëerbiedigd, er zal geen broederlijkheid meer onder de mensen bestaan, veeleer zal de een de ander als vijand beschouwen en openlijk of in het geheim tegen hem optreden.
De mensen zijn knechten van de satan, maar geen kinderen GOD's meer, die ze zijn en moeten worden. En daarom neemt de zonde hand over hand toe, hoe dichter het bij het einde komt, omdat de liefde afneemt onder de mensen en daarom trekt ze (de zonde) zelf de dag van het gericht naar zich toe. Want als alles uit de ordening is getreden, moet er ook overeenkomstig de wet een einde komen, opdat de ordening weer hersteld zal worden volgens goddelijk plan, opdat de liefde weer zal heersen op aarde en de rechtvaardigheid.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte