Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6037
6037 De komst van de Heer is letterlijk te verstaan
29 augustus 1954: Boek 65
Het uur van mijn wederkomst komt steeds dichterbij, want het einde van de aarde is nabij. En als de laatste dag gekomen is, zal ook Ik in de wolken komen om de mijnen te halen, voordat de aarde haar ontbinding tegemoet gaat. Dat betekent echter niet dat de aarde als hemellichaam vergaat, maar dat een verandering van haar totale oppervlak plaatsvindt die voor u mensen gelijk is aan een algehele vernietiging, omdat niets levends aan deze vernietiging ontsnapt omdat al het geschapene daardoor getroffen wordt. Daarom kan Ik ook zelf naar de aarde komen om de mijnen aan dat vernietigingswerk te ontrukken, want er zal buiten mijn gelovigen niemand zijn die dat laatste vernietigingswerk overleeft en er dus naderhand over zou kunnen berichten. Ik zelf zal komen wanneer de mijnen geen uitweg meer zien, wanneer mijn tegenstander openlijk tegen hen zal optreden vanwege hun geloof. Dezen zullen tot het einde toe grote verdrukking ondervinden. En alleen hun vast geloof houdt hen staande en in staat om weerstand te bieden, want zij verwachten mijn komst en hun geloof zal Ik niet teleurstellen. In stralend licht zal Ik verschijnen maar toch mijn glans verhullen, zodat de mijnen deze glans kunnen verdragen.
Maar wat bij de mijnen grote vreugde en jubel teweegbrengt zal de anderen tot ontzetting, tot een oordeel zijn.
Dezen zullen Mij weliswaar niet kunnen zien, maar toch de ongewone gebeurtenissen waarnemen, als zij hen die zij vervolgen voor hun ogen ten hoge zien verdwijnen.
Deze belevenis wordt hun tot een oordeel, want plotseling wordt hun slechtheid voor hen duidelijk, en ook het zekere einde dat zij niet kunnen ontlopen staat nu voor hen vast. Zouden zij Mij in dit uur kunnen zien dan zouden zij beide handen naar Mij uitstrekken.
Maar dit zich-aan-Mij-overgeven zou doelloos zijn, omdat het een gedwongen geloof in Mij zou betekenen, teweeggebracht door de bovennatuurlijke verschijning van Mij zelf.
Doch ook de wegneming der mijnen zou het geloof in Mij nog kunnen doen opleven en Ik zou hen nog in het laatste uur genadig zijn.
Maar zij zijn al te sterk vastgeketend aan de tegenstander en zij kunnen zich niet meer van hem losmaken. En daarom zullen ze in de aarde verzinken, en hun zal het lot van de hernieuwde kluistering in de materie beschoren zijn, waaraan ze zich zelf schuldig hebben gemaakt.
Mijn komst op de dag van het gericht wordt door bijna alle mensen betwijfeld.
En toch wordt mijn belofte vervuld.
Ik kom tot u en u zult Mij kunnen aanschouwen in glans en heerlijkheid. Want de mijnen hebben waarlijk de redding uit de diepste nood verdiend, omdat hun niets meer bovennatuurlijk lijkt wat met het door hen als zeker herkende einde samenhangt. Het einde zal komen en Ik zelf zal afdalen naar de aarde zoals Ik eens in alle glorie opvoer ten hemel, weer zichtbaar voor hen die in Mij geloven, die mijn discipelen zijn in de laatste tijd voor het einde.
Het zijn geen figuurlijk op te vatten woorden en geen gelijkenissen voor komende gebeurtenissen. Het zijn de gebeurtenissen zelf en het zal letterlijk komen zoals Ik het u beloofd heb. En u kunt dit verwachten, elke dag dat u buitengewoon gekweld wordt door hen die aan mijn tegenstander toebehoren.
Zodra de geloofsstrijd begint weet u dat het laatste uur spoedig komt. Want dit is zijn laatste daad, het is de laatste strijd die eindigt met zijn uiteindelijke nederlaag.
En dan zal op de nieuwe aarde de tijd van vrede aanbreken, want met mijn komen naar de aarde en met uw wegneming is deze aardse periode beƫindigd, en er begint een nieuwe.
De aarde wordt omgevormd en zal in een geheel nieuwe worden veranderd. En u, die Ik zal ophalen, u zult de bewoners zijn van deze paradijselijke wereld. U zal een tijd van vrede en van hemelse gelukzaligheid beschoren zijn in het paradijs van de nieuwe aarde.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte