Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5979
5979 Het vragen om de goddelijke Geest
17 juni 1954: Boek 65
U bent in de kracht van de Geest zodra u Mij en mijn Geest begeert. Want dit verlangen verzekert u het toestromen van mijn kracht, omdat elke geestelijke vraag vervuld wordt, omdat dit het bekennen is van de eigen zwakte en deemoedige onderwerping aan uw God en Vader van eeuwigheid. Eens wees u deze kracht af en u viel daardoor in de duisternis. U verloor elk inzicht, u kon waarheid en dwaling niet meer onderscheiden, u wendde u van Mij af en was gespeend van kracht en licht. U scheidde u vrijwillig van Mij, u erkende Mij niet als Bron van kracht en raakte daarom ook alle kracht kwijt. Uw vraag om de kracht van de Geest, om verlichting, om inzicht maakt uw vroegere wil om u af te weren geheel ongedaan, u hebt besloten terug te keren, u richt uw blikken weer op Mij, u verlangt vurig naar de band met Mij die u eens vrijwillig ontwrichtte, u vraagt dus voor u dat wat u eens hebt versmaad.
En deze vraag zal u steeds worden vervuld, want het is toch steevast mijn heilsplan u weer in de situatie te verplaatsen waar u met licht en kracht doorstraald zult kunnen werken overeenkomstig mijn wil. Dus zal geen mens tevergeefs vragen als het hem daarmee ernst is het juiste inzicht te verkrijgen en hij Mij zelf erom vraagt of Ik hem mijn Geest wil schenken. Deze ernstige wens blijft niet onvervuld, maar hij moet ernstig zijn. Hij moet uit het hart komen, hij mag niet alleen met de mond worden uitgesproken als een lege gebedsvorm die niet tot mijn oren doordringt, omdat Ik een waarachtige Geest ben Die in geest en in waarheid wil worden aangeroepen.
Het ernstige verzoek om door de kracht van mijn Geest doorstroomd te worden, stelt een diep verlangen naar de waarheid voorop. En de mens ziet in dat hij deze waarheid alleen bij Mij en met mijn hulp verkrijgen kan. En daarom betekent het tegelijkertijd erkenning, geloven in een hoogst volmaakt Wezen. Een ernstig verzoek om de goddelijke Geest kan alleen een diepgelovig mens uitspreken, een mens die het bestaan van een Godheid niet loochent, daar hij Haar anders niet zou aanroepen. En dit geloof stel Ik ook niet teleur en Ik maak Me bekend doordat hij bewijzen van de verhoring van zijn verzoek ontvangt. Ik openbaar Me aan hem en hij wordt zich van mijn tegenwoordigheid bewust.
En nu verlaat hij Mij eeuwig niet meer. De kracht van mijn Geest heeft invloed op hem gehad. De terugkeer is voltrokken. Van het vroegere afweren, de zonde van de afval van Mij, is vrijwillig afstand gedaan. Ze werd ingezien en kreeg vergeving, want de kracht van de Geest verlangen en ontvangen, betekent gelijktijdig ook erkenning en verlossing door Jezus Christus, Die door Zijn kruisoffer pas de mogelijkheid schiep dat de goddelijke Geest een mens kon vervullen, dat de mens pas zijn wil op boven kon richten, dat dus zijn verlangen op God en de waarheid is gericht. En wie ernstig de waarheid begeert, die kan ook niet Jezus Christus afwijzen. Hij is als het ware door Jezus’ bloed al vrij geworden uit de keten van mijn tegenstander, hij ontvluchtte de duisternis en zoekt het licht, dat hij nu ook beslist vinden zal door de kracht van de Geest, door mijn werkzaam zijn in en bij hem.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte