Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5865
5865 Twee verschillende werelden - De stem van de goede Herder
31 januari 1954: Boek 64
De aarde en het geestelijke rijk zijn twee verschillende werelden en zelden zullen de bewoners van de aarde begrip hebben voor datgene wat uit het geestelijke rijk tot hen komt in de vorm van het goddelijk Woord. Ze zullen zelden begrip hebben voor het geestelijk goed dat hun uit het geestelijke rijk wordt overgebracht. Maar het gaat hier om Mijn Woord: Mijn schapen herkennen Mijn stem.
Het is maar een kleine kudde van welke Ik Zelf Herder ben. Het is maar een kleine schare die tot de mijnen kan worden gerekend. Het zijn maar weinig mensen die in levendige verbinding met Mij staan, bij welke niet alleen de mond spreekt maar ook het hart als ze bidden. Er zijn maar weinig mensen die een levend geloof hebben, in wier leven Ik op de eerste plaats kom en voor wie Ik ook een ware Vader kan zijn, die Ik als Mijn kinderen kan bedenken met gaven die hun Mijn Liefde bewijzen. Het merendeel van de mensen staat verre van Mij. En als Ik tot hen spreek, maakt Mijn stem geen indruk op hen. Ze onderkennen in Mijn Woorden niet de stem van de goede Herder, die hen roept Hem na te volgen. Ze gaan hun eigen gang. Ze zijn alleen maar op de wereld en knopen geen verbinding aan met het geestelijke rijk, waaruit ze grote zegen zouden kunnen putten voor hun ziel.
Maar zoals de twee werelden verschillend zijn - de aarde en het geestelijke rijk- zo zijn ook de mensen verschillend en behoren bij één van deze twee rijken. En daarom zal Mijn Woord steeds alleen worden aangehoord door diegenen die de roep van hun Herder vernemen, die van Mij zijn of zij die nog besluiteloos zijn naar welk rijk ze zich zullen keren. Ze horen Mijn roep en ervaren die als een lokroep waardoor ze zich aangetrokken voelen.
Mijn roep blijft altijd en eeuwig hetzelfde: “Volg Mij na”. Want er is maar één weg die naar het doel leidt, die al Mijn schaapjes moeten gaan: de weg van de liefde. En wie deze weg gaat behoort tot de mijnen en deze volgt zijn Herder, die hem waarlijk naar zijn thuisstal leidt, die hem niet aan Zijn vijand uitlevert, die hem beschermt als de vijand de kudde binnendringt om ze te verstrooien. En deze vijand zal alles doen om Mij Mijn schaapjes te ontvreemden. Hij zal als verklede wolf midden onder Mijn schaapjes komen en deze eveneens trachten te lokken, om ze dan meedogenloos te verscheuren en aan de eeuwige dood prijs te geven.
Maar Mijn schapen herkennen Mijn stem en ze blijven bij Hem die ze als hun goede Herder zien. En alleen de andere schapen zullen zich door hem laten verleiden indien Mijn lokroep hen niet sterker treft en ze naar Mij dringt, dat Ik ze opneem in Mijn kudde en ze bescherm tegen de vijand. Mijn stem klinkt waarlijk luid en duidelijk en Mijn lokroep dringt overal door, dat niemand kan zeggen hem nooit gehoord te hebben.
Maar alleen zij die van goede wil zijn, horen hem en herkennen hem als de roep van Liefde van de Vader naar Zijn kinderen en volgen Hem. En al is de weg nog zo smal, Ik ga voor hen uit en leid de mijnen veilig en behouden naar hun bestemming. En ieder die Mijn stem hoort, volgt Mij als hij tot de mijnen behoort. Maar het is niet de stem van de wereld; de stem weerklinkt uit het geestelijke rijk en maakt daarom alleen indruk op de mijnen, die streven naar dat rijk en zijn gerechtigheid.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte