Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5829
5829 God is het woord - Het aangesproken worden door God
17 december 1953: Boek 63
Ik, uw God en Vader van eeuwigheid kom nader tot u mensen door mijn woord. Want Ik zelf ben het woord en als u dus mijn woord aanhoort, hebt u Mij zelf tot u laten spreken. U bent rechtstreeks met Mij in verbinding getreden. En u zult nu van mijn tegenwoordigheid kunnen spreken, van een bewijs van mijn liefde en zorg voor u, doch steeds alleen dan, wanneer u mijn woord in uw hart laat weerklinken. Wanneer u het hoort of leest, denkend aan Hem, door wie u wordt toegesproken. Wanneer u de woorden diep in het hart laat binnendringen en ze niet slechts voor uw oren wegsterven. Of Ik levendig bij u ben, dat bepaalt u zelf. Maar steeds is mijn liefde bereid met u te spreken, u in de vorm van mijn woord een bewijs te geven dat Ik wis en waarachtig besta en verbinding met u zoek. U zelf brengt Mij er dus toe Me te uiten wanneer u ernaar verlangt mijn woord te horen. Maar ook ongeroepen kom Ik tot mijn mensenkinderen om hen eraan te laten denken dat ze de verbinding met Mij tot stand moeten brengen.
Ik spreek ook tot diegenen die nog niet bewust om mijn toespreken vragen, doordat, midden in het gewoel van de wereld, de blikken van de mens gericht worden op mijn vertegenwoordigers, die mijn woord verkondigen, ook te midden van de wereld. Sommigen win Ik, maar meestal slaan de mensen geen acht op de woorden die voor hen weerklinken en die van Mij zelf afkomstig zijn. Maar enkele mensen merken dat Ik zelf hen toespreek en ze laten mijn woorden tot hun hart doordringen. En dezen reageren ook op mijn aanspreken. Ze nemen de woorden ter harte en doen hun best ernaar te leven. Ze willen zelf ook mijn aanwezigheid voelen. In gedachten verbinden ze zich met Mij en Ik laat ze nu ook nooit meer gaan. De mensen weten niet hoe eenvoudig het is met hun God en Vader van eeuwigheid in verbinding te treden. Ze weten niet dat ze zich vooreerst alleen maar hoeven open te stellen wanneer Ik hen toespreek, en dat ze te allen tijde door bewust willen Mij ertoe bewegen tot hen te spreken. Dat Ik hun door mijn woord de weg wijs waarop ze veilig onder mijn leiding het doel van het aardse bestaan bereiken. Maar Ik houd niet op ze toe te roepen of roepers hun pad te laten kruisen, opdat ze zich bewust worden van mijn liefde en mijn zorg en er aandacht voor hebben wanneer Ik zelf tot hen spreek.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte