Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5743
5743 Getuigen van het einde op de nieuwe aarde voor de nakomelingen
9 augustus 1953: Boek 62
U zult mijn getuigen zijn op de nieuwe aarde en u zult getuigen van Mij en mijn majesteit, van mijn macht en mijn liefde, want u zult dit ondervinden op het einde van deze aarde. U zult Mij zien komen in de wolken in stralende glans en heerlijkheid. U zult mijn liefde ervaren als Ik u uit de grote nood zal redden, als Ik u zal wegnemen voor de ogen van uw medemensen die u met ware duivelse gezindheid naar het leven staan. U zult de bewijzen van mijn macht ondervinden, want ook het laatste vernietigingswerk op deze aarde zal zich voor uw ogen afspelen. Zo zult u het rijk van vrede binnengaan met een belevenis die in uw herinnering moet blijven, om van Mij te getuigen voor het nageslacht. Voor de mensen die alleen door overlevering kennis verkrijgen van de gebeurtenissen op de oude aarde, opdat ook zij het doorgeven en voor lange tijd de kennis daarvan bewaard zal blijven. U moet getuigen van Mij en mijn heerlijkheid.
Een gelovig en Mij trouw toegewijd geslacht dat niet twijfelt aan mijn kracht en macht en aan mijn liefde en volmaaktheid, zal de nieuwe aarde bewonen. En zolang Ik zelf nu onder hen kan vertoeven omdat hun liefde en geloof dat toelaat, zolang zal er ook geen getuigenis nodig zijn van wat u hebt beleefd. Maar zodra nieuwe geslachten uit hen voortkomen, moet ook aan hen weer die kennis gegeven worden. En het einde van de oude aarde moet hun in het bijzonder voorgehouden worden, opdat ook de dan levende mensen zich innig met Mij verbinden en mijn kinderen zijn en blijven. Het levende getuigenis zal een bijzondere invloed hebben op hun harten en zij zullen in de volgende tijden moeten verkondigen wat hun door u gegeven werd. En een lange tijd zal dan het geloof en de liefde tot Mij behouden blijven. Een lange tijd zal het mensengeslacht in vrede en eendracht leven, in harmonie met het oneindige in voortdurende verbinding met Mij. En mijn geest zal hun harten kunnen binnenstromen en zij zullen mijn woord kunnen horen en zalig zijn.
Maar toch zal ook deze toestand weer veranderen. De invloed van tegenkrachten zal eerst heel zwak, maar daarna steeds sterker wordend, te herkennen zijn. Want het in de schepping gekluisterde geestelijke komt weer tot belichaming als mens, en is dan weer zo verschillend uitgerijpt, dat dan weer in het stadium als mens aanleg en neigingen tevoorschijn komen die altijd nog een zwakke weerstand tegen Mij verraden en een grote verandering vereisen. En daarom zullen er op aarde weer mensen leven die bijzonder doeltreffende opvoedingsmiddelen nodig hebben. En dan zal het nodig zijn hun kennis bij te brengen over de uitwerking van een levenswandel die niet volgens mijn wil is. Dan zal er weer strijd ontstaan tussen licht en duisternis, want in de harten der mensen zal het verlangen naar het materiƫle weer sterker worden en mijn woord zal niet meer direct vernomen kunnen worden. Er zullen in mijn opdracht weer verkondigers van mijn woord tot hen spreken, en opdat dit levendig geschieden moge, moet ook getuigd worden van het einde der oude en het begin van de nieuwe aarde.
En daarom hebben de mensen van deze aarde die het einde meemaken en Mij trouw blijven tot het einde, ook op de nieuwe aarde een opdracht, namelijk er voor te zorgen dat deze kennis behouden blijft. Opdat ook het nageslacht zich eenmaal deze gebeurtenissen voor de geest kan halen en daardoor aangespoord wordt in mijn wil te verblijven, Mij levend toe te laten in het hart en altijd weer op Mij aan te sturen.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte