Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5705
5705 Materiële instelling
22 juni 1953: Boek 62
U, mensen hebt uw blik naar de wereld gewend en u streeft alleen naar aardse schatten. U zoekt alleen het lichamelijk begeren te bevredigen en u beweegt zich alleen maar op een gebied waarin het materiële overheersend is, maar al het geestelijke zwijgt u dood. Uw lichaam is echter alleen maar het omhulsel van dat wat bestaan blijft na de lichamelijke dood, uw lichaam is maar voor een korte tijd woning voor uw ziel. Het is de ziel die door het aardse leven tot rijpheid moet komen, die u echter, door uw verlangen naar het materiële, gebrek laat lijden en die daarom in kommerlijke toestand het geestelijke rijk binnen gaat.
De materiële wereld is het rijk van het gekluisterde geestelijke, waar u als mens wel in woont maar wat uw laatste verblijfplaats is voor het binnengaan in het geestelijke rijk. Zolang de wereldse geest in u nog zo sterk is dat u steeds naar aardse goederen verlangt en alleen ijvert en werkt voor de wereld, zolang bent u een slaaf van de materie. Terwijl u die als "heer van de materie" toch overwinnen moet. U gebruikt al uw levenskracht alleen maar om het rijk van GOD's tegenstander te versterken, wanneer u de wereld en haar goederen nastreeft.
U moet echter uw levenskracht benutten om voor u geestelijke goederen te verzamelen, schatten te verwerven voor de eeuwigheid. U moet vrijwillig afstand doen van goederen die vergankelijk zijn, die eenmaal van u weggenomen worden en die u niet mee kunt nemen in de eeuwigheid. U moet dus uw levenskracht gebruiken om u onvergankelijke goederen te verwerven waarmee u werken kunt in het geestelijke rijk, die voor u een rijkdom betekenen die u waarlijk zalig zal maken.
U staat hoger dan alle materiële scheppingen, want die zijn alleen geschapen opdat ze u ten dienste staan tot uw voleinding. U, mensen echter ontkent de waarde en streeft de wereld na, inplaats van in te zien dat ze hinderlijk is voor uw geestelijke ontwikkeling. U dient de materie in plaats van dat de materie u dient, u laat u door haar beheersen en wordt tot slaaf van de materie.
En dat betekent dat u uw ziel bereidt voor de dood, dat zij door een sterk omhulsel omgeven is wanneer zij in het rijk hierna ingaat. Dat geen lichtstraal dit omhulsel doorbreken kan en de ziel ontzaglijk lijden moet tot dat omhulsel opgelost is. En dat kan eeuwigheden duren wanneer tenminste dat omhulsel niet meer en meer verhardt, en er voor de ziel geen uitzicht meer bestaat van dit omhulsel bevrijd te worden.
U, mensen weet niet wat u uw ziel aandoet als u zo materialistisch ingesteld bent dat u alleen maar wereldse goederen tracht te verkrijgen. Zie toch de vergankelijkheid van deze goederen in die u omgeven en denk aan wat onvergankelijk is. Leef uw aardse leven niet tevergeefs, want het is u alleen gegeven voor het rijp worden van uw ziel. Zij is het geestelijke in u dat alleen "geestelijk voedsel" gebruiken kan om zich te ontwikkelen, om zonder omhulsel het lichaam te kunnen verlaten wanneer uw uur gekomen is. Denk aan uw ziel en richt uw begeren naar het geestelijke, want de ziel blijft bestaan terwijl al het aardse vergaat.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte