Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5657

5657 Waarom het evangelie alleen liefde leert - Dieper weten

21 april 1953: Boek 62

(Het vuur van de liefde straalt licht van de wijsheid uit.) Mijn wil is het vervullen van de geboden van de liefde, omdat alleen dit u kan geven wat u ontbreekt. Geheel onwetend bent u uw leven op aarde begonnen en u zult dit net zo onwetend verlaten als u geen acht slaat op mijn geboden van de liefde. Want wat u zich aan verstandelijk weten eigen maakt, is niet als weten te bestempelen zodra u het rijk hierna binnengaat, waar alleen maar de liefde van waarde is en bijgevolg ook alleen maar het weten dat een leven in liefde u heeft opgeleverd. Want u zult erop bedacht moeten zijn dat wetend zijn betekent: het volledige inzicht te hebben aangaande uw herkomst en uw bestemming. Dit weten is niet op een verstandelijke wijze te verkrijgen, maar wel door een leven in onbaatzuchtige naastenliefde, omdat de liefde het vuur is dat licht uitstraalt, dus het helderste doorzien van alle zaken, zowel van de geestelijke als ook van de aardse wereld en hun samenhang met de Schepper van de oneindigheid.

Zonder liefde kan u geen licht worden gegeven, omdat er van het vuur van de liefde pas licht uitgaat. Maar u zult pas zalig zijn als u in het licht staat, als u van alles op de hoogte bent. Want dit inzicht is een teken van de aaneensluiting met Mij - Die u deze hemelse vreugden wil bereiden. Maar de liefde verzekert u de aaneensluiting met Mij, want de Liefde ben Ik zelf van eeuwigheid. Ik wil u naar Mij toe trekken. Ik wil u voor eeuwig gelukzalig maken. Ik wil u licht geven, dus kan Ik u maar één ding aanraden: in liefde te leven. En daarom gaf Ik u de geboden van de liefde tot Mij en tot de naaste, omdat, als u deze zult vervullen, u zelf uw gelukzaligheid bereidt. Omdat u dan de stroomkring van liefde binnengaat die u licht geeft, inzicht, een rijk weten dat toeneemt, hoe dieper de liefde in u wordt, en daarom ook uw gelukzaligheid voortdurend vergroot.

Hoe deze vergrote gelukzaligheid zich in het geestelijke rijk uit, is voor u die nog op aarde wandelt niet begrijpelijk te maken. Maar op aarde zult u al in het meest stralende licht kunnen staan, dus in een inzicht dat u ver boven uw medemensen kan uittillen, maar dat u niet zult kunnen overbrengen aan diegenen die niet net als u op aarde leven, dat wil zeggen voortdurend werkzaam in liefde. Want het inzicht is niet door te geven, het moet zelf worden verkregen door de liefde. Verstandelijk weten kan wel worden doorgegeven, het kan worden aangenomen en verder uitgebreid, maar verstandelijk weten heeft geen waarde voor de eeuwigheid.

Maar inzicht is geestelijk weten, duidelijkheid over zaken en allerlei verbanden die aards niet onderzocht en bewezen kunnen worden, die echter pas het ware leven uitmaken, die onvergankelijk zijn en hun waarde voor eeuwig behouden. Geestelijk weten wordt nooit aangenomen door een verstandsmens die niet in de liefde leeft. Want het ontbreekt hem aan licht en hij doorziet niets, omdat hij in het donker voortgaat. Daarentegen is de geest verlicht van een mens die in liefde werkzaam is, ook al is zijn verstand niet scherp en geniet hij daarom weinig aanzien bij zijn medemensen. En dit licht zal nooit meer uitdoven en het zal ook in het geestelijke rijk zijn stralen uitzenden. Hij zal steeds kunnen geven omdat hij bezit.

En daarom leert het evangelie alleen liefde. Ik zelf wees de mensen de weg die naar Mij voert, naar het eeuwige Licht. Een verkondigen van diepere waarheden zou geheel nutteloos zijn geweest, omdat juist alleen de liefdevolle mensen deze begrepen zouden hebben, terwijl ze de anderen alleen maar verward en onvrij zouden hebben gemaakt en toch nooit instemming zouden hebben gevonden. Dus het zou geheel zinloos zijn geweest een dergelijk weten bij de mensen brengen - wat ze echter zelf te allen tijde konden verkrijgen, wanneer ze maar mijn geboden van de liefde naleefden. Geen mens wordt een weten onthouden dat hij begeert. Mensen die zonder liefde voortleven, begeren echter nooit het juiste weten. Ze vrezen de waarheid en willen haar niet horen. Daarom kunnen ze deze ook nooit ontvangen, tot ze zich veranderen tot liefde, wat ook een verandering van hun weten tot gevolg heeft. Maar zonder liefde is er geen helderheid van geest. Zonder liefde is er geen weten dat overeenstemt met de waarheid. En zonder liefde wordt nooit de zuivere waarheid ingezien en ze wordt daarom steeds afgewezen, wat geestelijke duisternis betekent.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte