Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5640
5640 Brug naar het geestelijke rijk - Jezus
30 maart 1953: Boek 62
De brug naar het geestelijke rijk is door Mij zelf gebouwd toen Ik afdaalde naar de aarde om de mensen te verlossen. En deze brug zult u allen mogen betreden als u Mij zult willen navolgen. Dus begrijp het goed: wie Mij navolgt, wie Mij tot zijn Leider heeft uitgekozen, kan en moet dezelfde weg gaan die Ik zelf ben gegaan en hij zal niet bevreesd hoeven te zijn verkeerd te gaan. En Ik zelf hield ook als mens de verbinding in stand met het rijk waar Ik vandaan was gekomen. In het begin was weliswaar ook Mij als mens Jezus mijn herkomst verborgen, Ik leefde op aarde en wist niet meer dan andere mensen, maar mijn ziel zocht onophoudelijk naar God, mijn ziel keerde steeds weer terug naar waar mijn ware vaderland was, in het rijk van de meest gelukzalige geesten.
En mijn vurig liefdesverlangen naar God was zo groot dat Hij bij Mij kwam en Mij ook spoedig uitsluitsel gaf over mijn missie op aarde. En zo zag Ik ook al in mijn vroegste jeugd dat Ik - en ook alle mensen - alleen maar gasten waren op deze aarde, maar dat in het uur van de dood voor ieder het geestelijke rijk weer ontsloten werd, dat alleen in zijn sferen heel verschillend was. Als mens op aarde was Ik daarvan op de hoogte en kon Ik vaak een blik werpen in deze sferen. Ik zag de grote gelukzaligheid, evenals ook de uitermate grote pijn van de geestelijke wezens en mijn ziel verlangde vurig, maar ze was ook hevig ontsteld. Dit schouwen van Mij in de geestelijke wereld was een graad van rijpheid die mijn ziel al op aarde had verworven en daarom bestond er ook geen gevaar meer voor mijn ziel, de verschillende sferen in het geestelijke rijk binnen te gaan. Ik zelf had de brug al geslagen door mijn wezen om te vormen tot liefde en Ik kon daarom zonder gevaar over de brug naar de overkant in het geestelijke rijk gaan.
En zo wil Ik u de opheldering geven dat de liefde in u mensen steeds een brug kan en zal slaan in het geestelijke rijk, dat u het dan niet meer zelf bent, maar dat de door de liefde ontwaakte goddelijke geest u eroverheen leidt, omdat hij u wil binnenleiden in het rijk dat uw ware vaderland is en dat dit u onvergelijkbare schatten biedt, die u in ontvangst zult mogen nemen in dat rijk. Dan zult u ook onbezorgd en zonder gevaar een blik kunnen werpen in het rijk der duisternis, want dan zal de liefde in u allen willen helpen die hulp nodig hebben. De brug van de aarde naar het geestelijke rijk is zowel letterlijk op te vatten als ook figuurlijk. Ik heb de weg voor u bereid die naar God leidt en die u ook zult moeten gaan in navolging van Jezus.
Maar Ik heb u ook door mijn verrijzenis op de derde dag bewezen dat Ik de dood heb overwonnen, dat er voor het levende in u, voor het onvergankelijke, geen grenzen bestaan, dat uw ziel te allen tijde vertoeven mag en zal in het geestelijke rijk en dat mijn geest, als u hem hebt gewekt, u leidt in gebieden die anders voor u onnaspeurbaar zijn. Doch anders is het wanneer zulke verbindingen met het geestelijke rijk tot stand worden gebracht zonder geloof in Mij, zonder geestelijk streven en zonder liefde. Dan betreden de mensen onrechtmatig een brug die ze dus wederrechtelijk in bezit nemen om een blik te kunnen werpen in het rijk dat voor hen is verborgen. Deze mensen erkennen Mij dus niet en kunnen zich dus nooit op de brug bevinden die Ik heb geslagen door mijn kruisdood. Maar ze zien ook een brug naar de overkant in het geestelijke rijk, een drogbeeld dat mijn tegenstander hen voorspiegelt omdat hij ze naar zich toe wil lokken, wat hem ook gemakkelijk lukt, dat hij u in steeds diepere duisternis omlaag laat storten omdat er in de duisternis geen licht te behalen valt.
Maar wie licht begeert, hem komen ook de lichtwezens tegemoet en ze voorzien hem rijkelijk van licht, van de zuivere waarheid die steeds alleen uit het rijk Gods, uit het rijk van de eeuwige waarheid kan komen. Uit het rijk der duisternis komt slechts duisternis, komt alleen maar onheil, uit het rijk van het licht alleen zegen. U zult u moeten afsluiten voor het rijk der duisternis, maar u zult u voor het rijk van het licht moeten openen, want vanuit dit rijk roep Ik zelf tot u: "Kom naar Mij, die vermoeid bent en onder lasten gebukt gaat, Ik zal u verkwikken". En wanneer Ik u roep, dat u zult moeten komen, dan zult u dus ook de brug moeten betreden die Ik zelf vanaf de aarde in het geestelijke rijk heb geslagen om voor u de weg te effenen die u omhoog voert naar Mij, die echter steeds alleen door de liefde kan worden gevonden.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte