Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5589

5589 Einde plotseling midden in de roes van werelds genot

29 januari 1953: Boek 61

In de roes van wereldse genietingen slaan de mensen geen acht op de tekenen van boven en het einde nadert met reuze schreden. De wereld houdt al hun zinnen gevangen. De Geest is volledig in nevelen gehuld. God wordt niet geëerbiedigd en ze vrezen geen macht boven zich, want ze zijn tevreden met de maatregelen van de aardse machthebbers die ze des te meer toe jubelen, hoe wereldser ze zijn en hun wereldse verbeteringen beloven. Het is een toestand als ten tijde van de zondvloed. De vergrote levenslust laat hun op geen enkele geestelijke gedachte komen en de vervulling van hun wensen en begeerten is zondig, omdat ze geen maat meer houden en ongebreideld genieten en zich daardoor geheel in de handen van de tegenstander van God begeven.

En hij heeft bij deze mensen zijn spel gewonnen. Hij lokte hen met aardse goederen en won hen verrassend snel. Maar zijn zege betekent voor de mensen de dood. De dood van het lichaam en van de ziel, want het einde laat niet lang meer op zich wachten. Het einde komt midden in de roes van het genot, onverwacht en zo snel dat niemand in staat is zich te bezinnen en er geen redding meer is. Ze zouden wel hebben kunnen inzien dat het kort voor middernacht is, want alle aankondigingen getuigden ervoor. Doch ze stoppen hun oren en ogen dicht, om niet dat te hoeven horen en zien wat ze niet horen en zien wilden.

En zo komt het einde bij verrassing. Wanneer lust en ondeugden het hoogtepunt hebben bereikt, wanneer de zonde zo hand over hand toeneemt dat er geen halt meer aan kan worden toegeroepen door waarschuwingen en vermaningen van de dienaren van God, dan moet het oordeel komen dat voortdurend werd aangekondigd.

Let daarom op de tekenen. Er zal een aardse welstand te zien zijn die een ongeremd levensgenot betekent voor de wereldse mensen die nu trachten uit de wereld te halen wat maar mogelijk is. Daarbij zullen de vermaningen van hun gelovige broeders onaangenaam en hinderlijk zijn en daarom zullen de laatstgenoemden gehaat worden in dergelijke mate, dat voor de gelovigen een tijd van nood aanbreekt ter wille van Jezus’ Naam, omdat de zondige mensen Diens Leer tot doel van hun aanvallen maken en omdat ieder die zich voor Jezus en Zijn Leer uitspreekt, van al datgene wordt beroofd wat hij voor zijn leven nodig heeft. Doch deze tijd van nood zal voorbijgaan tot zegen van de gelovigen. Want hun geloof zal steeds sterker worden, omdat hun duidelijk een kracht van boven wordt toegezonden en omdat ze het Woord van God kunnen horen, rechtstreeks of door Zijn boden.

En dat is de tijd die nog voor u ligt, die onherroepelijk zal komen en die moet worden overwonnen, omdat het er nu om gaat de bokken van de schapen te scheiden, omdat er een verduidelijking van de gezindheid van de enkeling moet komen, omdat de enkeling moet beslissen voor of tegen God. En een dergelijke beslissing moet in volledig vrije wil plaatsvinden en daarom is er ook een benarde toestand van de kant van de aardse macht toegelaten, zoals echter ook genaden van boven ongewone kracht geven aan diegenen die ze willen gebruiken in het geloof in God, in Jezus Christus, de Zoon van God en Verlosser van de wereld. Zware tijden zullen de mensen nog moeten meemaken, maar gezegend is hij die het leven als moeilijk ervaart. Want de anderen zullen ten onder gaan, omdat ze op geen teken acht hebben geslagen, omdat ze niets boven zich vreesden en daarom op de dag van het oordeel zich toch onder de rechtspraak van God moeten stellen, wanneer het einde van deze aarde is gekomen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte