Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5571a

5571a Uiterlijkheden, Ceremonies - Ware godsdienst (1)

6 januari 1953: Boek 61

Zoek de kern en verlustig u niet aan de buitenkant.

Hoe dringend wil Ik u mensen dit graag op het hart drukken, dat alle uiterlijkheden u geen stap verder brengen, dat alleen uw innerlijk leven moet worden gewekt, dat u alleen dan een geestelijk resultaat zult kunnen boeken, wanneer uw streven geestelijk gericht is. En zolang het uiterlijke u nog iets doet, zolang u zich nog door ceremonies laat fascineren, zolang zult u nog niet op uw innerlijk gericht kunnen zijn. Want zodra u uw geestelijke ogen naar binnen richt, maakt het uiterlijke een indruk op u als van schaduwen. U sluit de ogen en wendt u af van uiterlijke pracht en praal en ceremoniële handelingen, omdat u dan het ware licht in u waarneemt, dat van Mij zelf uitgaat, dat Ik in ieder mens ontsteek, die waarlijk het innerlijk nastreeft, die zijn best doet de juiste band met Mij tot stand te brengen, die nu aan zichzelf werkt, die Mij serieus en waarachtig zoekt.

Door hem laat Ik me vinden. En hij zal dan ook begrijpen, waarom Ik in geest en in waarheid aangeroepen wil worden.

Bedenk toch, dat mijn rijk niet van deze wereld is.

Wat dus nog behoort tot deze wereld, is een barrière voor de geestelijke wereld, voor mijn rijk, waar geen materiële dingen meer bestaan. Bedenk dat alle materie nog wordt beheerst door degene, die in de wereld regeert en dat het zijn werkzaamheid is, u glans en praal, oogverblindende materie te bieden, om Mij daardoor voor u te verduisteren, om u van het ware geestelijke streven af te houden. Denk eraan, dat hij zich van al datgene bedient, wat nog een deel van hem is, om u in gevaar te brengen. Wie ernstig zoekt naar verbinding met Mij, moet in zijn binnenkamer gaan en Mij daar aanroepen. Dat wil zeggen: hij moet zich in de stilte terugtrekken en zijn gedachten naar binnen richten. En hij zal Mij zeker vinden, terwijl een mens moeilijk zijn gedachten bij elkaar zal kunnen houden, waar de wereld hem zo openlijk tegemoet treedt waar het oog ook maar kan kijken, en er geen ware aandacht is.

Ik ben niet daar te vinden, waar men Mij verkondigt op een manier die alleen verafgoding is, omdat de afgod wordt gehuldigd die nog alle materie bezielt.

Mijn rijk is niet van deze wereld.

Zo duidelijk waren mijn woorden en ieder, die serieus streeft naar Mij en mijn rijk te komen, kon ze begrijpen en zal ze ook begrijpen. Maar u vindt mijn rijk niet in de wereld, die nog aan mijn tegenstander behoort.

Laat het uiterlijke los, wanneer u Mij op de juiste wijze wilt dienen. Laat u zich alleen aan mijn leer van de liefde gelegen liggen, volg ze ijverig na en u dient Mij dan zo, dat Ik daar welgevallen aan heb.

Onderbreking

Vertaald door Gerard F. Kotte