Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5526
5526 De geestelijke nood is groter dan de aardse Het werkzaam zijn van de tegenstander
6 november 1952: Boek 61
De geestelijke nood is nog veel groter dan de aardse, want de mensen leven niet meer in de waarheid en elke dwaling is 'n hindernis om opwaarts te gaan, elke dwaling is geestelijke stilstand of zelfs achteruitgang, want de dwaling is het werk van Mijn tegenstander om de weg naar MIJ te versperren, om hem onvindbaar te doen zijn. Elke dwaling versterkt zijn macht en geeft hem steeds nieuwe gelegenheden het duister van de nacht over de mensen uit te spreiden. Dwaling is alles wat er toe bijdraagt het herkennen van MIJ Zelf moeilijk te maken. Dwaling is alles wat de mensen verhindert met MIJ verbinding te zoeken en te vinden.
Mijn doel en streven is dat de mensen zich met MIJ verenigen, dat ze naar MIJ verlangen en dit verlangen van het hart trachten te bevredigen. Mijn doel is de liefde van Mijn schepselen te winnen. Alles wat daartoe bijdraagt is goed en nooit het werk van de tegenstander. Maar wat de mensen verhindert deze verbinding met MIJ te vinden, alles wat hun blik ergens anders op richt dan op MIJ, is het werkzaam zijn van Mijn tegenstander. En u zult hem derhalve heel makkelijk kunnen herkennen in alles wat u wordt aangeboden, hetzij geestelijke leren, hetzij boodschappen uit het geestelijke rijk, hetzij gebeurtenissen, het doet er niet toe van welke aard. Steeds zal het tot u moeten doordringen wat de bedoeling er van is. En leidt het u van MIJ weg en naar de wereld toe, of bemoeilijkt het de innige band met MIJ, dan weet u ook dat Mijn tegenstander aan het werk is die tracht u, mensen van MIJ af te brengen. Hij gebruikt ook middelen die Mijn werkzaam zijn moeten voorwenden, hij schuwt het niet schijnbaar voor MIJ te werken om de lichtgelovigen te winnen die hem niet herkennen en daarom aannemen wat hij hun aanbiedt. De lichtgelovigheid van de mensen begunstigt zijn praktijken, want ze nemen aan zonder ernstig onderzoek zodra er maar een duw is gegeven die van hen (als reactie) geloof vraagt. Dat is zijn list, schijnbaar het geloof versterken en dit toch in verkeerde richting te sturen.
De waarheid wordt voortdurend naar de aarde geleid, ze wordt voortdurend naar de mensen gebracht en toch wordt de grofste dwaling en leugen veel eerder door hen aangenomen dan slechts een vonkje waarheid dat de toestand van hun geest zou verlichten. Maar Mijn tegenstander heeft een vast fundament, hij staat op een bodem die door de mensen zelf vast en duurzaam werd gemaakt. Mijn tegenstander werkt daar waar de mensen geloven Mijn gebied te hebben betreden. Ook dat is zijn list die weer alleen kan worden blootgelegd door de zuivere waarheid, die IK de mensen breng door Mijn Woord. Maar slechts moeizaam vindt dit Woord van MIJ daar ingang waar de tegenstander zorgvuldig alle poorten verspert. En de mensen plaatsen zich achter Mijn tegenstander en versterken hem in zijn macht.
Daarom is de geestelijke nood onbeschrijflijk groot en toch niet door dwang op te heffen, want de vrije wil van de mens moet er zelf naar streven in het licht te treden, dan zal het ook spoedig helder worden in hem en dan begint de bodem onder de voeten van Mijn tegenstander weg te zakken. Zonder de waarheid kan echter de geestelijke nood niet worden verminderd, want door de waarheid wordt de liefde geleerd, wie echter de liefde heeft, herkent ook het werkzaam zijn van de tegenstander, en hij zal zich van hem losmaken, omdat hij door de liefde ook de kracht in zich voelt hem te ontvluchten, omdat hij door de liefde de vereniging met MIJ tot stand brengt en IK hem nu bijsta, doordat IK hem zal vervullen met licht en kracht.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte