Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5513

5513 Worstelen in de geestelijke wereld - Voorbede en het uiteenzetten van het evangelie

22 oktober 1952: Boek 61

In de geestelijke wereld is het een onvergelijkbaar worstelen, want het aantal onedele geesten reikt tot in het onmetelijke. En voortdurend nemen ze in aantal toe, omdat de mensen die van de aarde zijn heengegaan, geheel in de ban zijn van degene die het rijk van de duisternis regeert. Het is een ogenschijnlijk onbeheersbare taak, zielen uit dit rijk te verlossen. Het is een worstelen van de kant van de lichtwereld, dat steeds alleen met liefde wordt gevoerd en bovenmatig veel geduld en volharding vereist. Want steeds weer zijn de duistere wezens actief om een ziel die hun wil ontvluchten, tegen te houden, om welke reden als het ware tussen de lichtwezens en de krachten der duisternis het worstelen plaatsvindt, om de zielen van de mensen die nog niet helemaal hopeloos ten prooi zijn gevallen aan de tegenstander van God. Maar het gaat erom, de wil van de zielen te stimuleren, dat deze naar boven verlangt, omdat dan de lichtwezens met hun kracht kunnen ingrijpen, terwijl ze tevoren geen enkele kracht mogen toepassen. En deze moeite, de wil van de zielen juist te richten, is onvergelijkelijk moeilijk en vaak zonder resultaat. Wat er ook aan de zielen wordt uiteengezet, ze zijn ongelovig en nemen niets aan. En toch mogen ze niet door de lichtwezens worden opgegeven, omdat alleen volharding naar het doel leidt. Ze kunnen ook niet in hun volheid van licht voor de zielen der duisternis verschijnen, om de wil niet te dwingen hun gehoor te schenken. Ze moeten zich in hetzelfde omhulsel vertonen en als vanuit zichzelf hun de nood belichten, om ze te bewegen hun toestand te veranderen. Hun liefde treft hen weliswaar weldadig, maar de geestelijke nood van de zielen is vaak zo groot dat ze afgestompt zijn en niet meer toegankelijk voor onderrichting. Ze zijn alleen te winnen door steeds weer nieuwe pogingen, omdat ook hun nood ondraaglijker wordt, hoe langer ze weerstand bieden. Hebben nu de lichtwezens van de kant van de mensen op aarde ondersteuning door voorbede of het doen toekomen van het evangelie door middel van gedachten, dan zijn de zielen makkelijker bereid ze aan te horen, omdat zij een kracht ontvangen die hun wil om af te wijzen verzwakt. En dan hebben de inspanningen van de lichtwezens ook succes. De gedachten van de mensen op aarde kunnen ware wonderen verrichten in het geestelijke rijk.

De zielen krijgen daardoor een zekere ondernemingslust. Ze voelen een kracht die ze nu zouden willen gebruiken en ze hebben plotseling het verlangen hun ellendige toestand te verbeteren. Ze zien als het ware uit naar een gelegenheid hun huidige toestand te ontvluchten en ze zullen ook steeds hulpvaardige wezens vinden.

Lichtwezens, die voor hen echter niet als zodanig herkenbaar zijn, die hen nu met raad en daad bijstaan. De lichtwezens zijn onvermoeibaar bezig, de aan hen toevertrouwde zielen omhoog te leiden. Alleen het eerste begin is vaak ongelofelijk moeilijk, voordat de wil van de ziel bereid is hen aan te horen. Want dan spannen de vijandige krachten zich onafgebroken in, ze tegengesteld te beïnvloeden en allen af te wijzen die hen willen helpen. Het gebed van een mens op aarde kan dan een onnoemelijk zegenrijke uitwerking hebben, want de daardoor aan de ziel overgebrachte kracht wordt steeds in positieve zin gebruikt. Het is alsof de ziel dan de vijandige houding van de lagere krachten en de wil der lichtwezens om te helpen zal inzien, en ze keert zich opzettelijk al naar de laatsten toe en van de lagere krachten af. Van één kant moet de zielen hulp worden geboden, wanneer ze zelf nog niet hebben ingezien waar het om gaat. En daarom is de liefdevolle voorbede de betrouwbaarste schenking van kracht, omdat ze ook aan het nog van God afgekeerde wezen als weldaad voelbaar is en het nu de kracht gebruikt - dat wil zeggen: zijn wil verandert - dus door het toestromen van kracht de weerstand opgeeft en nu gemakkelijker te leiden en te beïnvloeden is door de wezens die het willen helpen opwaarts te gaan.

Het worstelen om deze zielen is ontzettend zwaar, maar toch niet hopeloos. En daarom worden de lichtwezens niet moe en verslappen ze niet, tot ze de zielen uit de duisternis hebben getrokken naar het eeuwige licht.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte