Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5501
5501 Goddelijke eigenschappen in de mens - Bewijs door Jezus Christus
6 oktober 1952: Boek 60
In u rusten verborgen krachten die u alleen aan het licht zou hoeven te brengen om buitengewoon te kunnen voortbrengen en werken. U bent van goddelijke herkomst, maar daar weet u niets meer van. U hebt uw goddelijke eigenschappen opgegeven toen u oertijden geleden van Mij afviel. Maar uw oerwezen is goddelijk en hoeft alleen maar weer tevoorschijn te komen, wat alleen in uw macht en in uw wil mogelijk is. Uw wil is vrij en kan zowel volheid aan kracht als ook krachteloosheid voor u betekenen, want uw wil bepaalt uw instelling tegenover Mij en dus ook tegenover de liefde in u. De liefde maakt alle in u gebonden krachten los, de liefde zal alle goddelijke eigenschappen in u weer tevoorschijn laten komen, de liefde is in zich kracht en licht en daarom zal alle krachteloosheid en alle donkerte van u mensen wijken en u zult werkzaam kunnen zijn in kracht en wijsheid.
De mens zijn grenzen aan zijn bekwaamheid gesteld, zolang hij alleen dat is wat hij bij het begin van zijn levensweg op aarde was, een met de materie nauw verbonden wezen dat nog geheel in de duisternis van geest staat. In overeenstemming met de natuur kunnen zijn bekwaamheden zich ontwikkelen, ze kunnen ook bijzonder tevoorschijn komen in verbinding met lagere krachten, wanneer een mens zich duidelijk aan de satanische invloed overgeeft. Maar ze kunnen ook een opvallende vlucht nemen door de verbinding met de goede geestelijke wereld, er kunnen krachten tot ontplooiing komen die menselijk natuurlijke vermogens ver overtreffen. En toch is het dan de toestand die alleen natuurlijk zou zijn, omdat de oervermogens tot doorbraak komen die uw eigen wezen kenmerken, de goddelijke herkomst.
Alles is een mens dan mogelijk. Hij kan werken met bovenmenselijke kracht, hij kan alles wat verkeerd is, in goede banen leiden, hij kan zieken genezen, wonderen verrichten, in wijsheid spreken, hij kan schouwen in het rijk van de geesten, zich op natuurlijkste wijze met hen verbinden, hij kan zich te allen tijde daarheen verplaatsen waar hij wil, hij kan mensen doorzien, verleden, heden en toekomst zijn hem duidelijk, hij kan alles wat een God maar mogelijk is, want hij is mijn kind, hij is een goddelijk schepsel dat alle bekwaamheden in zich draagt. En al deze goddelijke eigenschappen liggen in de mens besloten. Hij slooft zich uit en worstelt gedurende het leven op aarde, hij is geestelijk blind, hij weet niet waartoe hij in staat is bij een juiste instelling tegenover Mij, bij een levenswandel in liefde.
De mens Jezus heeft de mensheid wel getoond, waartoe een mens in staat is, die de liefde in zich tot de hoogste ontplooiing brengt, maar hoe weinig mensen nemen een voorbeeld aan Hem. Hoe weinig slechts volgen Hem na, hoe weinig overschrijden daarom de grenzen van het natuurlijke en kunnen bovennatuurlijk werkzaam zijn in hoogste gelukzaligheid. In u allen sluimeren deze krachten en willen gewekt worden, u allen zult schatten op kunnen graven die u gelukkig maken, u allen zou de erbarmelijke toestand van uw menszijn kunnen veranderen in een overgelukkige. Want u allen zou kunnen werken en scheppen als goden, wanneer u maar een ding zou willen doen: uw hart tot liefde vormen. Want de liefde is een godsbewijs, de liefde vergoddelijkt alles, de liefde is de kracht die u alles mogelijk maakt, die u aaneensluit met Mij, zodat u zich van mijn kracht zult kunnen bedienen, die niets onmogelijk is.
Maar zonder liefde bent u gekluisterd, zonder liefde bent u geestelijk blind, dus zonder liefde krachteloos en zonder licht en daarom ongoddelijk. Maar u bent wezens in het bezit van de vrije wil en daarom bepaalt u zelf uw toestand. U bepaalt zelf tot wie u zich keert, de vorst der duisternis, die u ongelukkig maakt, of Hem uit Wie u bent voortgekomen in licht en kracht.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte