Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5376
5376 Ik ken de mijnen - de goede Herder
27 april 1952: Boek 59
Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij. Ik ben waarlijk de goede Herder, die Zijn schapen niet aan de vijand prijsgeeft, die om het leven van elk bezorgd is, die alles doet om Zijn kudde tegen het binnendringen van de wolf te beschermen, die zelf Zijn leven offert voor Zijn schapen. Vol liefde rust Mijn oog op alle mensen. Alle wil Ik graag naar de thuisstal leiden, alle wil Ik graag behoeden voor de aanvallen van de vijand, die ze Mij ontrukken wil. Aan alle mensen wil Ik Me graag bekend maken, hun Mijn bescherming aanbieden, ze met zorg omringen en behouden. Ik wil graag alle mensen het eeuwige leven geven.
Maar nu is het een tijd waarin bijna geen mens meer op Mijn lokroep let. Mijn kudde heeft zich verspreid. De vijand is in hun midden gedrongen en hij heeft het tot stand gebracht dat Mijn schapen zijn verdwaald, dat ze zich van hun Herder verwijderden, dat ze te hoog klommen in wereldse hoogten, dat ze hun Herder hebben verloren en de weg naar Hem niet meer terugvinden. Ze zoeken Hem niet. Veeleer verwijderen ze zich steeds meer van Hem. En al roept Mijn Liefde hen ook, ze slaan geen acht meer op Mijn stem, op enkelen na, die in Mij hun goede Herder herkenden en Mij niet opgeven.
Maar Ik wil geen van Mijn schapen verloren laten gaan. En dus zal Mijn lokroep met zo’n sterkte weerklinken dat hij gehoord moet worden, ook door diegenen die heel ver van Mij verwijderd zijn. En Ik zal ieder van Mijn schaapjes hardnekkig blijven nalopen en het de weg effenen die naar Mij terug leidt. Ik zal Me beschermend opstellen voor hen die angstig zijn en die de vijand vrezen, zodat hun geen leed zal geschieden. Ik zal Me neerbuigen tot diegenen die gevallen zijn, om ze op te heffen, om ze uit de afgrond omhoog te trekken. Allen zullen Mijn roep vernemen, want hij zal over de hele aarde weerklinken en Mijn nabijheid aankondigen, zodat ieder zich naar mij kan keren en ook door Mij zal worden aangenomen als hij Mij maar wil navolgen.
Ik ben de goede Herder. Ik kan het werkzaam zijn van Mijn vijand weliswaar niet verhinderen, maar Ik kan ieder bescherming verlenen die zich achter Mij opstelt, omdat de vijand Mij Zelf niet kan aanvallen, maar wel u, zolang u zich niet aan Mij vasthoudt, als u zich van Mij afkeert en wegen gaat waar hij u kan achtervolgen en bereiken. Weliswaar volgt Mijn roep van Liefde u, maar hij dwingt u niet om om te keren. U zult er vrijwillig gevolg aan moeten geven, dan kan de tegenstander u waarlijk niets maken. Dan bent u onder veilige hoede en Ik leid u behouden naar het vaderland, waar Ik nooit meer van u weg ga en u in gelukzalige vrede zult kunnen leven.
U mensen, allemaal, sla acht op Mijn lokroep, want hij zal spoedig weerklinken. Keer u om, nog voordat het te laat is. Laat u door uw Herder leiden en vertrouw u aan Mij toe. Verlaat niet de weg die Ik ben gegaan. Integendeel, volg Mij na, dan zal u waarlijk niets kunnen overkomen door de vijandige macht. Want Ik Zelf houd Mijn handen beschuttend boven u en u zult het doel bereiken. U zult binnen kunnen gaan in uw vaderhuis, u zult gelukzalig leven in eeuwigheid.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte