Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5358
5358 De kracht van de liefde - Genezing van zieken -Wonderwerken
9 april 1952: Boek 59
Wie in de liefde leeft die heeft ook kracht in zich. Hij zal daarom tot iedere daad in staat zijn, als het vaste geloof hem niet ontbreekt. De liefde maakt weliswaar het geloof levend, maar het moet eerst worden gewekt. Dat wil zeggen: de mens moet zich eerst met dat wat hij geloven moet bezighouden en de liefde zal hem dan ook de kracht geven, zodat hij niets meer in twijfel trekt en dus ook in staat is alles tot stand te brengen. De liefde is dus het waardevolste, want zij maakt alles mogelijk.
U mensen echter weet de kracht van de liefde niet op waarde te schatten. U zou wonderen kunnen verrichten. U zou zieken kunnen genezen. U zou iedere zorg kunnen uitbannen. En voor u zou niets onmogelijk zijn, zodra u de liefde in u volledig zou ontwikkelen en in haar kracht geloofde. En zo is het niet een gave die Ik u verleen als u dit alles vermag, maar de uitwerking van de kracht van uw liefde. Het is het vanzelfsprekende gevolg, wanneer u zich door de liefde mijn kracht heeft eigen gemaakt. U mag dus niet weloverwogen naar zo'n gave streven zieken te genezen, wonderen te doen enzovoort, daar het geen bekwaamheid is die u ontwikkelen kunt, maar u moet alleen de liefde in u sterker laten worden. U moet geestelijke voltooiing nastreven die dan door deze bekwaamheden wordt bewezen.
Alleen de liefde vermag alles. Wie zich totaal tot liefde vormt en daardoor ook een overtuigd geloof heeft, die put uit mijzelf. Hij voelt zich als mijn kind, als een deel van Mij, en hij kan daarom niet anders denken dan dat hem iedere taak gelukt omdat Ik hem bijsta. De liefde echter moet in het hart opvlammen. Zij moet de mens geheel en al vervullen, het moet hem zalig maken zich dat alles te ontzeggen wat de medemens ontbreekt. De ware liefde is totaal onzelfzuchtig, zij eist niets meer voor zichzelf, zij deelt onophoudelijk uit. De stelregel om te geven beheerst haar en toch is zij onbeschrijfelijk zaligmakend. En zo'n liefde kan alles wat ze wil, wat als gevolg van haar intensiteit als opwelling van het hart in de mens tevoorschijn komt, wat ze wenst dat er gebeurt. Een sterk levend geloof hoopt bij Mij op de vervulling van zijn wens en het zal niet tevergeefs vragen.
Ook een mens kan zich van mijn kracht bedienen en hetzelfde volbrengen. Maar hij kan dat alleen als hij is vervuld van liefde. Dan geef Ik hem niet de kracht, maar hij heeft ze zich dan zelf eigen gemaakt door werken van liefde en dat geeft hem het recht. Hij is dan in zijn oorspronkelijke toestand teruggekeerd en heeft zich niet onrechtmatig iets toegeƫigend, maar hij is weer dat geworden wat hij in het allereerste begin was, vervuld van licht en kracht, daar de liefde in zich licht en kracht is en de mens dus ook met licht en kracht doorstroomd moet zijn als hij de liefde heeft. Er is dus alleen een zichzelf vormen tot liefde nodig, zodat u mensen gelijk goden alles kunt volbrengen. En dat u dan alleen dat wilt wat volgens mijn wil is, is begrijpelijk, omdat de liefde tegelijkertijd ook de bron van de wijsheid is en niet anders kan handelen dan volgens mijn wil.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte