Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5259
5259 God heeft veel arbeiders nodig in de tijd voor het einde
25 november 1951: Boek 58
U allen die bereidwillig zijn neem Ik in dienst. Want in de laatste tijd voor het einde heb Ik veel medewerkers nodig die zich verlossend bezig moeten houden. Maakt u Mij uw bereidwilligheid kenbaar, dan verloopt ook uw levenslot in overeenstemming met uw wil. Dat wil zeggen: u zult steeds gelegenheid hebben naar mijn wil werkzaam te zijn voor Mij en mijn rijk. En u zult mijn opdracht voelen in het hart. U zult, als u zich eenmaal heeft aangeboden Mij te dienen, gevoelsmatig voor Mij opkomen bij uw medemensen. U zult u innerlijk aangespoord voelen te spreken voor Mij en mijn naam, en mijn leer verkondigen aan al diegenen die uw weg kruisen, met wie u geestelijke debatten zult kunnen voeren en die uw hulp nodig hebben, daar Ik hen anders niet op uw pad zal leiden.
De arbeid voor Mij en mijn rijk hoeft niet naar buiten toe als missiewerk herkenbaar te zijn. Ze kan in het dagelijks leven verricht worden, onopvallend en toch zegenrijk, want juist die mensen moeten worden gewonnen die geen enkele band hebben met een religieuze stroming, die geen lid zijn van een kerkelijke organisatie of er alleen voor de vorm deel van uitmaken. Juist deze mensen moet mijn evangelie worden bijgebracht en dit is veel doeltreffender waar een gedachtenuitwisseling plaatsvindt en ieder van hen zijn eigen opvatting opgeeft.
Zodra mensen worden aangespoord om na te denken is er eerder succes te verwachten, maar daarom moeten mijn vertegenwoordigers, mijn knechten die Mij op aarde willen dienen, zelf van Mij en mijn leer overtuigd zijn, zodat ze tegenover de medemens ook overtuigd kunnen spreken. Wie de waarheid zelf in zich heeft opgenomen is ook van haar doordrongen. En hij is geschikt als medewerker in de laatste tijd voor het einde, want er is in hem voortdurend een drang om de waarheid te onderwijzen waar ze ontbreekt.
Daarom hebt u geen bijzondere opdracht van mijn kant nodig, omdat Ik u door uw hart zeg wat u zult moeten doen en deze uiting van het hart als eigen wil, als innerlijke drang voelbaar is.
Doe daarom waartoe u zich innerlijk gedrongen voelt nadat u Mij uw wil om te werken voor Mij en mijn rijk hebt kenbaar gemaakt. Ik neem u allen aan en geef u mijn zegen voor deze arbeid, omdat de grote geestelijke nood veel hulp vereist en deze door mensenmond moet worden gebracht, wil de medemensen de vrije wil gelaten blijven, maar hun toch een weg worden getoond die uit de grote nood wegvoert. Elke goede wil die uitgaat naar de ziel van de medemensen zegen Ik en Ik help u bij de verwezenlijking ervan.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte