Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5203

5203 Hulp voor arme zielen - Liefde verlost

4 september 1951: Boek 58

In het rijk hierna wordt alles gewaardeerd wat de zielen opwaarts helpt. De liefde die het nog onrijpe geestelijke wordt toegezonden is het enige verlossingsmiddel zolang dit geestelijke niet uit eigen kracht kan opstaan, d.w.z. zolang het nog niet in liefde kan werken omdat het zonder kracht is. Alles wat deze wezens nu kracht bezorgt, heeft Mijn zegen omdat het voortkomt uit het beginsel van de liefde. Want de liefde die door de mensen wordt bewezen aan het onrijpe geestelijke moet op de een of andere wijze haar verlossende uitwerking hebben, zij het op aarde of ook in het hiernamaals. Want geen liefdevonk is zonder kracht, dus betekent het werkzaamzijn in liefde steeds toevoer van kracht.

U, mensen op aarde, zou daarom ontzaglijk veel hulp kunnen verlenen, als de liefde u er toe aan zou sporen de zielen in het hiernamaals te gedenken die geheel krachteloos zijn - en daarom op hulpverlening aangewezen zijn. En alles wat u doet om hun kracht te verschaffen, alles wat u doet om verlossend te werken zal Mijn welgevallen zijn - en nooit nutteloos. Er is al zo weinig liefde te vinden onder de mensen op aarde, en nog minder gedenken zij de zielen in het hiernamaals - omdat hun het geloof aan een voortleven nä de dood ontbreekt. En bovenmate bitter is de uitwerking van dit ongeloof op de zielen in het hiernamaals die onverlost en krachteloos in een donkere omgeving vertoeven, en zich niet alleen kunnen helpen. Elke goede gedachte aan hen, elke liefdevolle wens voor hun welzijn is voor hen een verlichting van hun kwelling - en wordt door hen dankbaar ervaren.

Doch juist die zielen die in de duisternis smachten worden door weinig van zulke goede en liefdevolle gedachten vergezeld, en deze zielen zijn daarom in uiterste nood. Daarom zult u ook begrijpen dat de mensen die hen willen helpen door talrijke zielen omgeven zijn, die proberen zich allen smekend kenbaar te maken opdat ze geholpen worden.

U, mensen bent allen door zulke zielen omringd, maar slechts weinige schenken hun gehoor, slechts weinige hebben de bereidheid en het geloof in zich hen te kunnen helpen door gebed en liefdevolle gedachten. Doch ontelbaren vinden geen bemiddelaar op aarde, en proberen daarom ook in zodanige kringen te komen waar krachtstromingen merkbaar zijn. Ook deze zielen smeken u om hulp, verschaf die hun en doe alles wat uw liefde u ingeeft. Weet, dat Mijn zegen steeds met u is als alleen al de wil om goed te doen u drijft hen te helpen.

Tracht naar niets anders dan alleen maar hulp te brengen, dan kunt u veel ketenen losmaken, dan kunt u de gekwelde zielen de vrijheid geven. U helpt hen voorlopig door het toezenden van kracht, die zij dan naar uw voorbeeld zelf gebruiken - dat zij ook willen helpen zoals u hen geholpen heeft. Vergeet nooit dat zij op uw hulp zijn aangewezen, al verdoemt ook Mijn genade en barmhartigheid geen wezen voor eeuwig. Doch eerst moeten hun verharde harten worden aangeraakt door een liefdestraal, alvorens zij Mijn genadegaven opnemen.

En IKZelf leid deze zielen die nog maar een aansporing nodig hebben tot u mensen, om hun ontwikkelingsgang in het hiernamaals te beginnen. Maar zonder liefderijke hulp smachten zij nog eindeloze tijden in dezelfde toestand en vinden de weg naar omhoog niet. Bid voor hen en vergeet hen niet, want het leed is onmetelijk dat hun liefdeloosheid en ongeloof hun bezorgd heeft. Maar als u hen wilt helpen, ben ook IK met Mijn genade en barmhartigheid altijd bereid hen omhoog te trekken uit de nacht van de dood - naar het licht van het leven. Want IK kan dan uw liefde niet weerstaan, die u de ongelukkige zielen in het hiernamaals toezendt - en IK vergeef hun de schuld omwille van uw liefde.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte