Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5016
5016 De weg naar de volmaaktheid - Het kindschap Gods
8 december 1950: Boek 56
U zult al op aarde volmaakt kunnen worden, wanneer u Mij vrijwillig de leiding over u geeft, wanneer u leeft volgens mijn wil, wanneer u voortdurend in de goddelijke ordening verkeert. Alles wat goed is, beantwoordt aan mijn wil, al het slechte echter aan de wil van de tegenpool, die evenzo op u inwerkt om u volgzaam te maken aan zijn wil. Het ligt aan uzelf aan wie u zich zult willen onderwerpen. Het staat u volledig vrij, alleen leidt de juist gebruikte wil naar de volmaaktheid, terwijl u anders een prooi wordt van de eeuwige dood, een toestand van onvrijheid in nood en kwelling.
Er bestaat dus maar één weg naar de volmaaktheid, een levenswandel volgens mijn wil, dat wil zeggen: een wandel in liefde uit vrije wil. Zodra u uw best doet om in onbaatzuchtige naastenliefde te werken, leeft u ook volgens mijn wil en uw ziel wordt rijp tijdens uw leven op aarde. Dan is de korte tijd van leven op aarde voldoende om een graad van rijpheid te bereiken die haar vrij maakt van elke keten, dus geschikt voor het lichtrijk waarin de ziel alleen maar kan binnengaan wanneer ze vrij is van elk omhulsel dat geen licht doorlaat.
De graad van rijpheid van een ziel kan ook dan nog verschillend zijn, maar ze is gelukkig wanneer ze tenminste in het lichtrijk kan wonen, waar er een voortdurend opstijgen is en ze een steeds grotere gelukzaligheid kan bereiken. Doch de korte tijd van leven op aarde kan haar ook de hoogste gelukzaligheid opleveren, ze kan als waar kind van God de meest volkomen vereniging met Mij aangaan, om nooit meer van Mij gescheiden te zijn en de hoogste verrukkingen te kunnen genieten. Deze toestand, een kind te zijn van God, vereist alleen een leven in liefde op aarde in volledige onbaatzuchtigheid, een voortdurend streven naar het bereiken van Mij zelf en innige vereniging met Mij, die de mens elke keer tot stand brengt als hij in liefde werkzaam is.
De wereld moet hem geheel onberoerd laten, leed en tegenspoed moet hij in berusting aannemen als door Mij gezonden, zijn geloof moet diep en onwankelbaar zijn en zijn wil moet zich altijd onder de mijne buigen. Hij moet steeds met Mij leven en Mij zelf in zich werkzaam laten zijn. Hij moet zich al op aarde als mijn kind voelen en Mij liefhebben met heel zijn hart, dan leeft hij ook helemaal volgens mijn wil en neemt afscheid van deze aarde als waar kind van God.
Als u dus weet wat u in de korte tijd van leven op aarde zult kunnen bereiken, hoewel echter heel weinig mensen het leven benutten voor hun zielenheil, dan zult u zich ook de toestand van berouw van de zielen kunnen indenken, die nalieten mijn wil tot de hunne te maken en nu op een mislukt leven op aarde terugzien. Want zelfs mijn opvoedingsmiddelen helpen vaak niet veel en met dwang kan Ik de zielen niet voltooien. Daarom gaan ontelbare zielen het rijk hierna binnen in een toestand van duisternis en moeten daar een weg gaan vol van kwelling tot ze boven aankomen, wat echter heel wat moeilijker is dan op aarde, waar de levenskracht, te handelen naar hun wil, hun ter beschikking staat - alleen dat hun wil verkeerd gericht was. Maar ook in het geestelijke rijk blijft de wil van het wezen vrij.
Daarom zult u mensen in alle ernst aan uzelf moeten werken, dat u een graad van licht bereikt die u inzicht verschaft, opdat u dan zeker opwaarts gaat in het hiernamaals en het gevaar om terug te zinken in de diepste duisternis niet meer is te vrezen. U zult op aarde veel kunnen bereiken, omdat onbeperkte kracht en genade tot uw beschikking staan. Gebruik ze en schep u een basis voor de eeuwigheid. Leef volgens mijn wil opdat u binnen kunt gaan in het rijk van licht, opdat het leven op aarde voor u niet nutteloos is geweest.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte