5000 Het gaat om het eeuwige leven….
14 november 1950: Boek 56
Het gaat om het eeuwige leven, om het leven van de ziel in het geestelijke rijk na de dood van de mens op aarde. Het gaat om de hele eeuwigheid. U mensen, begrijp de gevolgen hiervan, denk er eens over na, welke grote verantwoordelijkheid u hebt in het aardse leven, waarin u zelf uw lot in de eeuwigheid schept, waarin u alle middelen ter beschikking staan om gelukkig te worden en die u ongebruikt laat tot onmetelijke schade voor uw ziel. Bedenk dat u ter verantwoording geroepen wordt voor uw denken, willen en handelen op aarde en dat u niets meer ongedaan kunt maken, zoals u ook niets meer kunt goedmaken van wat u verzuimd hebt te doen, maar dat u vergelding vindt overeenkomstig uw aardse leven, en dat op de meest rechtvaardige manier.
Elke gedachte, elke handeling heeft vanzelf een effect, zodat de mens van het doel wordt weggeduwd of ernaartoe wordt gebracht. En daarom moet zijn streven er altijd op gericht zijn het welbehagen van God te verwerven om op een dag staande te kunnen blijven voor Zijn rechterstoel. (11/14/1950) Het gaat om de redding van jullie ziel, en tijdens het aardse leven hebben jullie alleen aandacht voor het lichaam en zijn behoeften, maar jullie schenken geen aandacht aan de ziel.
Maar de liefde van God wil jullie niet laten vallen, zij wil niet dat jullie voor eeuwig verloren gaan, maar dat jullie het eeuwige leven hebben. De liefde van God zoekt jullie zolang je op aarde bent. Met oneindig geduld verdraagt God jullie fouten en zwakheden, en Zijn barmhartigheid kent geen grenzen. Zolang jullie op aarde verblijven gaat Zijn liefde naar jullie uit en verlangt naar vereniging met jullie. En deze vereniging met de hoogste liefde brengt jullie in een staat van geluk, die Hij voor jullie wil bereiden, omdat jullie allen Zijn kinderen zijn.
Het is een uiterst moeilijk begin om jullie naar het geluk te leiden, zolang jullie zelf de wil daartoe niet bezitten. En toch kan deze wil niet worden afgedwongen, maar in volle vrijheid moeten jullie je opnieuw vormen en opnieuw het oorspronkelijke wezen aannemen, zoals jullie eens zijn uitgegaan van God, jullie Schepper en Vader van eeuwigheid. Dan zijn jullie weer God gelijke wezens, die met Hem in verbinding kunnen treden, zonder in Zijn licht te moeten vergaan. En deze verandering van jullie aard is jullie aardse taak, jullie doel en jullie bestemming. Het is niet moeilijk als je alleen naar God verlangt, maar het kost een zware strijd als je volgelingen van de wereld bent. Daarom is de wereld jullie vijand, jullie gevaar en jullie ondergang. En daarom moeten jullie haar vermijden; jullie mogen niet in haar ban raken; jullie moeten haar overwinnen en alleen het goddelijke rijk zoeken, dat jullie waarlijk veel heerlijker goederen biedt. Jullie moet verlangen naar God, die jullie alles kan en wil geven wat jullie gelukkig maakt.
Amen
Deze openbaring
als MP3 downloaden
Afdrukvoorbeeld
Kladschriften