Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/4895

4895 Word wakker, jullie slapers...

11 mei 1950: Boek 55

Word wakker, jullie slapers en begeef je aan de arbeid, want kortbij is de dag die u nog beschoren is tot het einde. Elke trage en nalatige arbeid zal zich wreken en alleen hij die vlijtig is en zijn arbeid in ware ernst uitvoert, diens ziel zal de zegen ontvangen die een eeuwig leven betekent, terwijl alles wat faalt aan de dood is gewijd.

Word wakker, jullie slapers en kijk om je heen en je zult de veranderingen bemerken die het naderende einde al aankondigen. U zult niets als toeval mogen beschouwen, maar u zult moeten weten dat er niets zonder reden over u komt en dat u er daarom aandacht aan zult moeten schenken. Geef u niet over aan nietsdoenerij want het levert u alleen de ondergang op, in plaats van redding uit de nood, die niet te loochenen is en alleen hij die onophoudelijk werkzaam is, kan haar tegengaan. Maar uw werkzaamheid moet daarin bestaan dat u zich verrijkt met weten en dit dan aan de medemensen doorgeeft, dat u zichzelf de vragen stelt die alleen IK u kan beantwoorden en dat u MIJ erom vraagt u te onderrichten. En dan zal IK u d.m.v. gedachten het juiste antwoord geven en u aansporen datgene uit te voeren wat IK u aanraad door de stem van het hart, d.w.z. ieder die van goede wil is, zal kennis verkrijgen over datgene wat hij moet doen en laten om de ziel de vrede te verzekeren. Hij zal wakker zijn en blijven en niet slapend in de handen van de verzoeker vallen, want deze slaapt niet en hij is er voortdurend op uit zielen in zijn netten te vangen, die de mens niet ziet en herkent, die slaapdronken voortgaat en zeker zal vallen, omdat hij er zich niet tegen beschermt.

Er is een veilige weg, weliswaar smal en doornig, waarover een opklimmen zonder gevaar zeker is, doch de nog slaapdronken mens vindt hem niet, hij gaat een afgrond tegemoet en is in het grootste gevaar wanneer hij tevoren nog niet wakker wordt en naar een betrouwbare weg uitkijkt. En de dag is kort, spoedig zal de nacht aanbreken en wie dan de veilige weg nog niet heeft gevonden, zal verloren gaan, hij zal reddeloos in de afgrond storten.

Wie de tijd niet benut tot aan het einde, behoort bij die trage slapers die hun arbeid niet serieus nemen en daarom op het einde worden verworpen, die het doel niet kunnen bereiken omdat ze zich niet lieten vermanen en waarschuwen door Mijn dienaren, die IK ieder op zijn weg zend, opdat zij hen die een verkeerde weg gaan, leiden, opdat ze nooit zonder hulp aan het verderf zijn prijsgegeven, maar zich steeds bij MIJ in veiligheid kunnen brengen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte