Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/4864
4864 De vrede van de ziel
26 maart 1950: Boek 55
Geef ons de vrede van de ziel. Dat moet uw voortdurend gebed zijn. Want deze vrede bevat alles: geloof, liefde, kracht en licht. Alleen het ware geloof kan u de vrede geven en alleen in de liefde vindt u haar, omdat beide gescheiden niet dat zijn wat ze moeten zijn. Als u echter de vrede in u hebt, hebt u ook het inzicht en staat u dus in het licht. En vanuit deze zekerheid bent u ook vervuld van kracht. Bij wie nu de innerlijke vrede ontbreekt, diens ziel is onbewust niet tevreden met datgene wat ze bezit. Toch voelt ze het verlangen naar een toestand van licht die ze nog mist. Zo'n ziel, wanneer ze nog zwak in de liefde is, zoekt naar een compensatie voor het haar ontbrekende licht. En ze laat zich gemakkelijk verblinden door bedrieglijk licht. Ze zoekt de vrede en verschaft zich deze nog onterecht, omdat ze nog niet heeft voldaan aan de grondvoorwaarde: het veranderen van zichzelf tot liefde. Ze kan weliswaar ook een vrede vinden waarin ze zich gelukkig voelt, maar het is meer een verdoving, door het verstand van de mens tot stand gebracht, maar niet de goddelijke vrede die de ziel zich zelf als kind van de Vader zal laten voelen.
Het gevoel van het geborgen zijn in de armen van de Vader, wekt een vrede op die het mooiste is waar op aarde naar kan worden gestreefd. Zodra de juiste verhouding van een mens tot God, tot zijn Schepper en Vader van eeuwigheid, tot stand is gebracht, is ook zijn aards bestaan vredig, ondanks gebeurtenissen die van buiten dreigend op de mens afkomen. Want de juiste verhouding garandeert ook een juist geloof in de hulp van de Vader. En dit vaste vertrouwen is al een teken van de vrede die de ziel gelukkig maakt. Deze mensen zijn zich bewust van de aanwezigheid van God en dus blijven ze onaangetast door alles wat er op hen afkomt, zelfs wanneer ze daardoor gedwongen zijn op aarde door te zetten of te strijden tegen hun vijanden. De mens zal de vrede van de ziel niet verliezen. Hij wordt bijgestaan door goddelijke krachten die hem vasthouden en ondersteunen als het lijkt alsof hij lichamelijk zou moeten bezwijken. De vrede van de ziel kan de wereld hem niet meer afnemen, want die is het gevolg van de innige verbondenheid met God door gebed en door werken van liefde, die hem ook het herkennen van de waarheid heeft gebracht. Daarom vreest een mens die wetend is, geen gevaar meer, omdat hij dit herkent en het met de juiste wapens het hoofd kan bieden. Want steeds weet hij: hij strijdt niet alleen, maar met God Die voortdurend bij hem aanwezig is.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte