Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/4781
4781 Het weerzien in het hiernamaals in de staat van voltooiing
14 november 1949: Boek 54
In het geestelijke rijk herkennen die zielen elkaar die zich in dezelfde graad van rijpheid bevinden en in een bepaalde graad van rijpheid ontvankelijk zijn voor licht. Die dus in staat zijn geestelijk te kunnen zien, terwijl de zielen in de duisternis elkaar niet herkennen ofschoon zij op de aarde met elkaar waren verbonden. Zij kunnen dan wel wezens waarnemen en met hen in contact treden, maar van een herkennen kan geen sprake zijn - want lichamelijke kenmerken bezitten zij niet meer en geestelijk zien vereist een bepaalde graad van rijpheid.
Een lichtziel echter kan een haar van de aarde bekende ziel weervinden en haar ook naderen zonder echter door deze herkend te worden. Om welke reden de lichtzielen ook helpend kunnen bijstaan, maar wel verhuld, zodat de lichtstraling die van hen uitgaat geen dwingende invloed uitoefent op de onvolkomen wezens.
Daarom vinden zulke op de aarde niet voltooide, gestorven zielen in het geestelijke rijk hulpvaardige zielen die hen tegemoet komen omdat liefde ze met elkaar verbond, toen zij nog op aarde waren.
Toch moet de ziel zich uit eigen wil voor hun onderrichtingen en raadgevingen openstellen. Haar kan de juiste weg gewezen worden, maar zij moet die echter nu zelf gaan. Bevinden zich daarentegen zielen in zo'n rijpheidsgraad dat zij beiden ontvankelijk zijn voor licht, al is het ook in verschillende sterkte, dan zijn zij ook bekwaam geestelijk te zien en herkennen elkaar tot hun onbeschrijflijke vreugde. En zij komen nu bijeen om gezamenlijk te werken, elkaar aanvullend en lerend en zich steeds in liefde uitend, wat de ziel buitengewoon gelukkig maakt.
Een weerzien in het geestelijke rijk staat dus vast, alleen kan het nog geruime tijd duren tot een ziel in die lichtsferen binnengaat en dan pas haar geliefden weerziet. En dan beseft zij dat dezen haar reeds vaak nabij waren als raadgevers en leiders op de weg naar boven.
De zaligheid van het terugvinden is onbeschrijfelijk en weegt tegen veel leed op dat de zielen in het hiernamaals eerst moeten verdragen, tot zij tot het licht komen. Maar waar een lichtziel helpt door haar liefde, daar wordt ook het doel zeker bereikt. Want de liefde is de sterkste kracht die de nog onverloste helpt, die hem ook het binnengaan in het geestelijke rijk verzekert, in het rijk van licht en zaligheid.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte