Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/4125
4125 Het laatste oordeel - De vergeestelijking van de aarde
16 september 1947: Boek 50
Er zal een strenge rechtspraak worden gehouden aan het einde der tijden, dat wil zeggen, er komt een tijd waar de gesteldheid van de aarde geen aardse materie meer kan worden genoemd, maar waar zich alle stoffen hebben vergeestelijkt, dat dus ook de aarde een meer geestelijke schepping is geworden, zoals er oneindig vele in het heelal bestaan, maar die elk voor zich er aanspraak op maken, vormingsplaatsen van het geestelijke te zijn. En zo'n vormingsplaats van het geestelijke blijft ook de aarde, alleen dat zowel haar scheppingen als ook haar bewoners vergeestelijkt genoemd kunnen worden, dat het leven van de schepselen zich onder andere voorwaarden afspeelt en ook hun taak niet met die van tegenwoordig is te vergelijken. Zo'n tijdperk zal na een oneindig lange periode ook de huidige aarde moeten doormaken en van dit tijdperk sprak Jezus tegen Zijn toehoorders op aarde.
Elke materiële schepping maakt deze ontwikelingsgang door. Dat wil zeggen: in het begin is ze alleen maar geoordeelde materie en in een eindeloos lange tijd verheft ze zich, in eeuwigheden die nooit door mensen te schatten zijn, in een geheel andere fase. Ze vergeestelijkt zich meer en meer en kan tenslotte alleen nog als geestelijke schepping worden bestempeld. Maar deze perioden zijn onmetelijk lang, want eerst moet al het gekluisterde geestelijke deze aards materiële weg gaan, opdat de materie dan als volkomen overwonnen kan gelden. En dus zal ook nu nog een eindeloos lange tijd voorbijgaan, tot de gehele vergeestelijking op aarde heeft plaatsgevonden. En deze tijd tot zover omvat weer aparte ontwikkelingsfasen, waarvan elke voor zich door de nog onwetende mensen als eeuwigheid moet worden beschouwd, omdat vele generaties in zo'n fase tot rijp worden moeten komen, om een bepaalde graad van rijpheid te bereiken, die dan overeenkomt met het vergeestelijken op aarde.
Elke fase begint met mensen van hoge geestelijke rijpheid en eindigt met mensen wier neiging de diepte in te gaan zo sterk is, dat deze wordt vervuld, dat ze weer gekluisterd worden in scheppingen van de hieropvolgende nieuwe aarde. Weliswaar zijn ook deze ontwikkelingsfasen naar menselijke begrippen eindeloos lang, maar steeds komt er eens een eind aan en steeds weer begint opnieuw een tijdperk van ontwikkeling. Maar aan het einde der tijden zal de vergeestelijking van de voormalige materiële schepping steeds sneller gebeuren en het beproeven van de wil, waartoe elke periode nodig is, zal steeds minder kunnen worden, omdat het alle schepselen dan hetzelfde zal vergaan: zij allen verlangen het aangezicht van God te zien en streven er daarom steeds inniger naar bij God te komen, ofwel ze zijn door de vijandige kracht al te ver weggevoerd om nog de weg terug naar God te vinden. En daarom moeten dezen later in geestelijke scheppingen ook als geest in de oorden vertoeven, waar ze worden heen getrokken en dit is de hardste straf die het God weerspannige geestelijke kan treffen. Het is immers een toestand van volkomen blindheid, een toestand van slavernij, waar een dienen alleen maar tegen de wil van degene die dient plaatsvindt, maar de mens geen andere weg kan gaan dan aanhoudend te dienen, tot hij zijn weerstand opgeeft.
Dit is ook een goddelijke wet, dat elke gebeurtenis zich in het klein afspeelt en zich dan in een oneindig veelvoudige wijziging herhaalt. Jezus voorzag het einde van deze tijd, maar u mensen zult uw blik slechts kunnen richten op die tijden, waar wat menselijkerwijs gesproken mogelijk is, voorzien is. U allen rekent maar op één laatste oordeel. Maar dit zal zich steeds weer herhalen, zolang verlossingsperioden volgens goddelijke wil hun einde vinden. Elke rechtspraak eindigt met de veroordeling van datgene wat de tegenstander toebehoort en met het opnemen in de lichtsferen van diegenen die God trouw bleven, ook in de grootste nood. En zo zal ook het laatste oordeel een totale verwoesting met zich meebrengen van al datgene wat nog materieel is. Daarentegen zal een geheel geestelijke nieuwe aarde ontstaan, maar pas na zo'n oneindig lange tijd, dat hiervan geen melding hoeft te worden gemaakt, om de mensen niet geruststellend te sussen en hun een nieuwe ontwikkelingstijd te verkondigen waarin ze naar hun mening het verzuimde zouden kunnen inhalen.
Het oordeel dat een verlossingsperiode van de volgende scheidt komt onherroepelijk snel. Dit moeten de zieners en profeten verkondigen die God daartoe heeft aangesteld, aan wie Hij het zelf door Zijn geest verkondigt, want het is noodzakelijk voor de gehele mensheid dat ze zich het dichtbijzijnd einde voor ogen houdt, haar leefwijze verandert en werkt aan haar ziel, want het duurt niet lang meer, dan is de tijd voorbij die de mensheid nog als laatste genadegave resteert. Spoedig is het laatste uur er en hiermee het oordeel, dat een volkomen scheiding zal voltrekken tussen het zuivere en het onzuivere.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte