Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/3714
3714 Gebed om genade en kracht
15 maart 1946: Boek 47
Als u zich innig tot MIJ wendt om het toezenden van kracht en genade, ontvangt u deze ook onbeperkt, al is dit soms niet onmiddellijk duidelijk zichtbaar omdat genade en kracht de ziel meer beroeren dan het lichaam. De mens als zodanig kan nog aan kwellingen zijn blootgesteld, die de ziel echter niet zo onaangenaam ondergaat, zodat de mens ook in de grootste nood rustig en bezonnen blijft, omdat zijn ziel sterk is en de lichamelijke tegenspoed toch overwonnen moet worden. Dus neem IK deze niet steeds van hem af, maar geef hem de kracht te dragen wat IK hem opleg. En hij zal niets zo zwaar ervaren als een mens zonder geloof, die het toezenden van Mijn Kracht niet verlangt of afsmeekt. Niet de tegenspoed zelf maakt de grootte ervan uit, veeleer de toestand van de mens, die, als hij zonder kracht is, elke nood dubbel voelt.
Mijn Genade en Kracht staan u, mensen echter voortdurend ter beschikking en als u er zich van bedient, zal ook het zwaarste bestaan op aarde draaglijk voor u zijn en steeds tot voordeel van uw ziel. Want haar omhulling wordt langzaam opgelost, wat bewerkstelligd wordt door Mijn Kracht en Genade. Want zodra de mens zich bij MIJ aansluit, zodra hij zich met MIJ verbindt door zijn gebed om kracht en genade, kan IK Zelf ME tegenover hem uiten in de vorm van toezending van kracht, en in dezelfde mate als IK werkzaam kan zijn aan zijn ziel, vermindert zijn streven naar de materie. Want de Kracht van Mijn Genade drijft de ziel de Geest in zich tegemoet en weg van materiƫle goederen. En daarin doen zich Mijn Genade en Kracht gevoelen, dat ze de mens innerlijk stabiliseren, hem van de buitenwereld losmaken en hij contact zoekt met de Geest in zich en dus geestelijke vooruitgang boekt als hij met Mijn ondersteuning, door het toezenden van genade en kracht, tegen de aardse nood wil ingaan. Nooit blijft zo'n verzoek onvervuld, nooit vertrekt een mens met lege handen die MIJ met dit verzoek nadert. En hij zal het ook steeds beseffen hoeveel krachtiger hij is na 'n innig gebed tot MIJ, ofschoon de aardse nood nog niet is opgeheven. Maar deze heeft enerzijds tot doel dat de mens zijn zwakheid en krachteloosheid inziet en zich tot DIEGENE wendt, DIE ze kan opheffen, terwijl die echter anderzijds ook het geloof versterken moet wanneer er duidelijk zichtbaar hulp komt nadat IK innig ben aangeroepen.
Een ziel die op MIJ aanstuurt, trekt steeds geestelijk voordeel uit de nood van het lichaam, omdat ze steeds naar MIJ snelt en elk innig gebed haar kracht en genade oplevert, die al naar haar toestand van rijpheid zich nu doen gevoelen, zichtbaar en voelbaar ook voor het lichaam of alleen merkbaar voor de ziel, zoals Mijn Wijsheid en Mijn Liefde het voor doeltreffend houden. Maar IK laat niemand zonder kracht die haar van MIJ afsmeekt, want elk verzoek om geestelijk goed verhoor IK, en, als het u tot zegen strekt, ook de vragen om aardse hulp. En zo zult u MIJ ook in de grootste nood kunnen gewaarworden, u zult niet moedeloos of vreesachtig hoeven te zijn, als u zich vol vertrouwen aan Mijn Liefde en Genade overgeeft, als u beroep wilt doen op Mijn Kracht en dit door innige samenspraak met MIJ laat zien.
IK ken al uw noden, zwakheden en twijfels, maar IK wil dat u zich daarvan ontdoet in het gebed tot MIJ, opdat u ook gewaar wordt wanneer ze door Mijn Liefde, door het schenken van Mijn Kracht en Genade worden opgeheven, opdat u MIJ herkennen leert in alles wat u raakt. Want door de nood spreek ik tot u, zoals IK ME ook bekend maak door de hulp. En als u innig met MIJ verbonden blijft, zal geen nood u schrik aanjagen, al lijkt ze nog zo groot, omdat elke hoeveelheid kracht u ter beschikking staat door Mijn Liefde. IK draag zorg voor u tot aan het einde van uw leven, lichamelijk en geestelijk, en als u hier zonder te twijfelen aan gelooft, zal elke vrees (die u voelt) tegenover een grote nood van u afvallen, want u zult haar te allen tijde te boven komen met Mijn Genade en Mijn Kracht.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte