Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/3657

3657 Dag van het oordeel - duivels van de eindtijd

15 januari 1946: Boek 46

De dag van het oordeel zal alles beƫindigen, goede en kwade werken op deze aarde, zoals het verkondigd is in woord en geschrift. Hij zal een verschrikking zijn voor het kwade, voor de duivels van de eindtijd, die belichaamd als mens op aarde vertoeven, zoals hij echter ook een dag van vreugde en overwinning is voor de mensen, die te allen tijde het goede nastreefden, die Mij herkenden en bekenden, ondanks het ergste woeden van die duivels, die onder de heerschappij van satan staan. En Mijn Rechtvaardigheid zal openbaar worden, niets zal verborgen kunnen worden, niets zal onder valse schijn bestaan blijven, elke daad en elke gedachte zal openlijk tevoorschijn komen en Ik zal de mensen oordelen naar hun levenswandel. En alle nood zal een einde hebben voor de mijnen. Maar de grote nood voor hen, die gebonden zijn aan Mijn tegenstander, zal nu pas beginnen en dit is hun verdoemenis, dat Ik ze opnieuw gevangen neem, dat ze - van hun vrije wil beroofd - in de hardste materie weer moeten smachten, eindeloos lange tijd.

Doch de duivels van de eindtijd hebben voorlopig geen erbarming te verwachten, want hun woeden tegen Mij en de mijnen is te erg en brengt de hardste straf met zich mee. Tevens is een verandering van hun gezindheid op deze aarde niet meer mogelijk, want ze zijn te diep weggezonken en de geestelijke toestand weer nabij, die Mij bewoog de schepping voor het afgevallen geestelijke te laten ontstaan en dus moeten ze weer de gang door de schepping afleggen, wil eens de mogelijkheid bestaan, in vrije wil Mij nader te komen.

Het laatste gericht is daar de inleiding toe en is tevens de afsluiting voor de zielen, die hun weerstand tegen Mij definitief hebben opgegeven, die in vrije wil op Mij aanstuurden en Mijn welgevallen trachtten te verwerven op aarde. En dus wordt het goede van het kwade gescheiden en voor de ogen van alle mensen op aarde zal de gebeurtenis van de vernietiging zich afspelen en het zal een grote ontzetting zijn voor alle aardbewoners, want de mijnen haal Ik tevoren weg. Ik neem hen in levende lijve van deze aarde en plaats hen over naar een oord van vrede, tot het werk van de hervorming van de aarde is volbracht, die hen dan weer tot verblijfsplaats dient.

Het einde is nabij en u allen zult het uur van het gericht moeten vrezen, dat u nu hoont en bespot en niet meer aan de Rechtvaardigheid van Diegene gelooft, Die u het leven gaf. Het uur zult u moeten vrezen en er alles voor over hebben, het voor u niet tot een uur van verdoeming te laten worden. Geloof, dat de tijd nabij is, die Ik alsmaar heb aangekondigd en bereid u erop voor. Want de tijd, die u nog is gegeven voor uw levenswandel op aarde, is buitengewoon kort. Het is slechts nog een laatste fase, die ook uitermate vol leed zal zijn en herken daaraan, dat u in de eindtijd leeft en het einde geen uitstel meer duldt, want als de duivels zelf op aarde tekeer gaan, beƫindig Ik hun bestaan. En dat de duivels woeden, zult u allen daaraan kunnen herkennen, dat hun doen en laten tegen Mij is gericht, dat alle liefde verdwijnt, dat de mensen in grofste liefdeloosheid elkaar schade berokkenen, dat ze als duivels onder elkaar tekeer gaan en elke goddelijke ordening buiten beschouwing laten.

Maar waar de liefde verdwijnt is het rijk van Mijn tegenstander en dit rijk vernietig Ik als de laatste dag is gekomen, die Ik als einde heb bepaald sinds eeuwigheid, in het besef van de wil der mensen en hun geestelijk dieptepunt, dat getuigt van hun toebehoren aan Mijn tegenstander. En Ik roep u allen zeer nadrukkelijk toe: Denk aan het dichtbij zijnd einde. Bereid u voor, opdat u tot de mijnen behoort. Laat u niet door de duivels verleiden, maar bied hen weerstand, opdat u niet aan het oordeel zult zijn onderworpen. Want de laatste dag is niet al te ver meer. Hij zal u verrassen, als u geen acht slaat op Mijn Woord, als u niet gelooft. Maar Ik wil u waarschuwen eer het te laat is en stuur met dit doel u Mijn boden toe, die u Mijn Woord moeten brengen, Dat Waarheid is en blijven zal tot in alle eeuwigheid, want Het gaat van Mij uit, Die de eeuwige Waarheid Zelf ben.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte