Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/3642
3642 Het erkennen van het verlossingswerk is nodig om de ziel rijp te laten worden
31 december 1945: Boek 46
Bij het verkrijgen van de rijpheid van de ziel hoort onherroepelijk de openlijke belijdenis van Christus en Zijn verlossingswerk. De mens kan niet rijp worden zonder liefde. Wie echter de liefde heeft, die onderkent ook Hem die zich uit liefde voor de mensheid heeft geofferd. Hij weet ook dat Christus de dood aan het kruis op zich nam als genoegdoening voor de grote schuld van de mensheid, dat Hij deze dus verlossen wilde van een eindeloos lange tijd van gevangenschap. En bijgevolg zal hij ook dit werk van grote liefde en barmhartigheid erkennen en zelf onder het kruis van Christus gaan staan om ook de genaden van het werk van de verlossing deelachtig te worden. Maar de genaden van het verlossingswerk brengen pas het rijp worden van de ziel teweeg, want de Verlosser trekt nu de ziel tot zich omhoog. Hij bezorgt haar kracht het goede te willen en te doen. Wie Jezus Christus en Zijn werk van verlossing niet erkent, blijft in de macht van satan. Hij houdt een zwakke, van God afgekeerde wil. De ziel blijft op een laag niveau van ontwikkeling staan, want haar ontbreekt de liefde.
Maar de liefde onderkent Jezus Christus, want waar de liefde is, is ook de wijsheid, de kracht om de zuivere waarheid te weten. En zo zal voor de liefdevolle mens het verlossingswerk van Christus geheel en al begrijpelijk zijn, terwijl de liefdeloze mens in totale onwetendheid is over zonde en schuld van de mensheid, over zin en doel van het aardse leven, over de bestemming en de opgave van de mens op aarde. Als hij van dit alles op de hoogte is, is zijn levenswandel al een leven in liefde. En dan zal de goddelijke Verlosser voor hem alleen maar het zinnebeeld zijn van diepste liefde, Die hij moet erkennen en Die hij ook voor de wereld bekent, als dat van hem gevraagd wordt. En dan streeft zijn ziel ernaar opwaarts te gaan. En ze bereikt ook zeker haar doel, omdat ze niet uit eigen kracht streeft, maar met Jezus Christus, omdat haar wil door Hem wordt gesterkt en de ziel onophoudelijk kracht en genade zal ontvangen. Want zijn belofte luidt: ”Wie in Mij gelooft heeft het eeuwige leven”. Het geloof in Jezus Christus en Zijn werk van verlossing is absoluut noodzakelijk om zelf het rijk binnen te kunnen gaan dat eeuwig leven betekent voor de ziel, dat vol is van licht en kracht en dat gelukzaligheid betekent, dat Jezus diegenen heeft beloofd die in Hem geloven, omdat dezen hun best zullen doen Hem na te volgen en een leven in liefde te leiden, zoals Jezus het hun op aarde heeft voorgeleefd. Want alleen de liefde levert hun de hoogste gelukzaligheid op in de eeuwigheid.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte