Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/3634
3634 „Wist u niet, dat Ik in datgene moet zijn wat van mijn Vader is?“
23 december 1945: Boek 46
Verneem de stem van de Geest. Ieder mens moet zichzelf zo vormen dat de Vader Zijn intrek bij hem kan nemen, dus hij zelf moet tot huis van God worden waarin de Vader werkzaam kan zijn. U allen draagt de goddelijke geestvonk in u, die dus een deel van Mij is. En dus sluimer Ik in u, wachtend om wakker gemaakt te worden door uzelf, door werken van liefde en innige verbondenheid met Mij.
Maar zolang u passief blijft, zult u ook niets voelen van mijn aanwezigheid, hoewel de geestvonk in u rust. Ik kan pas werkzaam worden als u zelf zich zo vormt dat u Mij opneemt. Dan pas ben Ik werkzaam in mijn huis. Dan kan Ik mijn intrek bij u nemen en u onderrichten volgens de volledige waarheid. Dan ben Ik in dat wat van mijn Vader is, dan is de wijsheid waar de liefde is.
Dan bent u zelf tot huis van God geworden, dat het heiligste bevat, dat God zelf zich tot woonplaats maakt.
Ik ben bij u en nooit meer zult u alleen gaan op aarde, maar u zult steeds mijn aanwezigheid voelen en door mijn geest doorstroomd zijn. Die leidt u in alle waarheid. Die onderricht u, net als Ik onderricht ben in dat wat van mijn Vader is.
Want Ik, tot wijsheid geworden door de liefde, moest op aarde onophoudelijk werkzaam zijn, liefde en wijsheid uitdelend.
Ik moest de medemensen geven wat Ik zelf had ontvangen, omdat Ik hen wilde helpen zalig te worden. En dus moest Ik zijn in dat wat van mijn Vader is, waar Ik Zijn woord kon verkondigen, waar de mensen zich verzamelden om Zijn woord te horen.
Bijgevolg zal steeds het huis Gods daar zijn, waar Zijn woord wordt onderwezen, waar het van buiten af de mensen wordt aangeboden, of van binnen wordt vernomen. Waar steeds de Vader werken kan, dat wil zeggen waar mensen door de liefde ontvankelijk zijn voor de wijsheid uit Mij.
Want steeds wil Ik in mijn huis werkzaam zijn. En mijn huis, dat zijn de harten van de mensen die Mij willen opnemen en die zich dus vormen tot liefde, zodat Ik zelf als eeuwige Liefde Mij met hen kan verbinden. Mijn huis is overal waar mijn geest werkzaam kan worden. Maar zonder het werken van mijn Geest zult u in lege zalen vertoeven, om het even waar u zich een plaats uitzoekt omdat u meent Mij daar te vinden.
Ik kan alleen daar zijn, waar mijn Vader is. En mijn woord kan alleen ten diepste worden vernomen, waar de liefde is.
Maar Ik zelf ben het Woord en als u Mij zult willen horen, zult u uw hart zo moeten vormen dat u in staat bent op te nemen. U zult u tot liefde moeten veranderen en Mij nu de deuren openen, zodat Ik mijn intrek kan nemen in uw hart. En uw hart zal mijn woning zijn, waar u ook maar vertoeft.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte