Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/3557
3557 Het komen in de wolken - De wegneming
24 september 1945: Boek 45
Een ongewoon donderen zal de lucht vervullen, als de dag van het gericht op komst is. Het zal voor de mensen het laatste teken zijn, maar alleen worden herkend door hen, die in Mij geloven. Het zal de gelovigen vervullen met een grote vreugde, want nu verwachten zij elk uur het komen van hun Heer. En een sterk geloof is nodig om dit komen van God in de wolken te verwachten, want deze gebeurtenis is van zulk een bijzonderheid, dat de goddelozen zullen honen en spotten als er over wordt gesproken. Zij kunnen het donderen wel horen, maar de komst van de Heer in de wolken niet zien. En om die reden slaan zij geen acht op het ongewone geraas in de lucht, en zij laten zich in hun levenswijze in het geheel niet storen. Zij zijn zoals altijd uitgelaten en gewetenloos en jagen alleen wereldse genoegens na.
Maar de gelovigen zullen zich verzamelen en zich met vrolijke harten voorbereiden op de ontvangst van hun Heer. Ze zijn aan het einde van hun kracht en zij weten dat nu hun lijdenstijd wordt beëindigd. In het laatste uur van deze aarde belijden zij God nog eensgezind, ofschoon dat het verlies van hun aardse leven zal betekenen omdat de wereld onbarmhartig tegen hen zal optreden. Maar het verschijnen van de Heer vernietigt de plannen van de goddelozen. Want plotseling zien zij de schare der gelovigen van de grond af naar boven zweven. Tegelijkertijd weerklinkt dan ontzettende donder, en de achtergebleven mensen zullen vol ontzetting vermoeden dat iets vreselijks over hen losbreekt. Maar door het ongewone gebeuren van de wegneming verstard zijn zij niet tot denken in staat. Zij proberen te ontvluchten, maar zien geen kans meer, want overal breken vlammen uit de aarde waaraan geen ontsnappen meer mogelijk is. Zij vinden een verschrikkelijk einde, want er is geen redding mogelijk voor de mensen die als ware duivels woeden op de aarde, en vol zijn van zonde.
Maar de kudde der Godgetrouwen kan het einde van de oude aarde volgen. Voor hun ogen speelt zich het goddelijke vernietigingswerk af, terwijl zij het zelf ontgaan en welbehoed vertoeven op een plaats van vrede, zoals God het heeft beloofd. Dat is het einde van een verlossingsperiode en het begin van een nieuwe, zodra de oude aarde weer veranderd is naar de wil van God. Dan worden de Godgetrouwen verplaatst naar de nieuwe aarde om daar weer verder te leven als stamouders van het nieuwe mensengeslacht waarmee de nieuwe verlossingsperiode begint. Alleen voor de wetende mens met een diep geestelijk inzicht is de gebeurtenis van de wegneming begrijpelijk en geloofwaardig. Maar ze bekroont een tijd van angstige nood en leed en is het besluit en het bewijs van Gods heerlijkheid - en God bereidt ook de zijnen een lot dat getuigt van Zijn heerlijkheid. Het is een daad van diepste goddelijke liefde voor Zijn schepselen, die in Hem nu de Vader van eeuwigheid herkennen. Zij hebben de weg terug gevonden tot Hem en zijn met Hem één geworden door de liefde. En nu kan Hij zelf onder hen vertoeven, want waar de mens zichzelf tot liefde heeft gevormd, bestaat voor de goddelijke liefde geen hindernis meer.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte