Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/3389
3389 Maatregelen tegen het werkzaam zijn in liefde
2 januari 1945: Boek 44
De wereld zal eisen aan u stellen die u nooit zult kunnen vervullen als u acht slaat op Gods geboden. U moet weliswaar de wereldlijke overheid onderdanig zijn, maar als er openlijk van u wordt verlangd dat u tegen Zijn goddelijke wil in handelt, dat u dus op het gebod van de naastenliefde geen acht slaat en zondigt door liefdeloos handelen, dan moet u God alleen als uw overheid erkennen, opdat u uw ziel niet terwille van aards voordeel verloren laat gaan.
En daarom zult u zich ook de wil Gods vast moeten inprenten. U moet weten waarom u deze zult moeten nakomen en welke gevolgen een handelen tegen Zijn wil u oplevert. U moet weten hoe buitengewoon noodzakelijk het werkzaam zijn in liefde op aarde is en dat alleen maar de liefde u kan verlossen. Verder moet u weten hoe onbestendig aardse goederen zijn en welk een onvoordelige ruil u aangaat als u terwille van deze aardse goederen uw zielenheil prijsgeeft.
U zult erg in het nauw worden gedreven. En het zal niet gemakkelijk zijn aan de eisen van de wereld weerstand te bieden. Maar u zult het kunnen, zodra u God om kracht vraagt en u zich des te meer bij God aansluit, hoe meer de wereld u van Hem wil scheiden. Want dit alles beoogt ze met haar plannen en maatregelen, dat de christelijke leer van de liefde wordt uitgeschakeld en bijgevolg God Zelf, die alleen door de liefde kan worden gevonden, van de mensen wordt vervreemd.
De mensen weten niets van de kracht van de liefde, daar ze anders zouden proberen deze te verkrijgen. Ze kennen alleen de eigenliefde en ze proberen hun bezit te vergroten ten koste van de naaste. En ze hebben dus geen achting voor het gebod der naastenliefde en ze eisen hetzelfde van de medemensen, in plaats van hen tot liefde aan te sporen. En ze zullen de mensen erg in het nauw brengen, die zich de geboden Gods tot richtsnoer maken, omdat laatstgenoemden niet in overeenstemming zijn met de geboden van de wereldlijke overheid. En dan moeten ze serieus onderzoeken, in hoeverre Gods wil te herkennen is in de eisen die de wereldlijke overheid stelt.
Wat schadelijk is voor de naaste mag nooit worden uitgevoerd als het te omzeilen is, dat wil zeggen: voor zover de mens niet door dwangmaatregelen niet bij machte is zich te verweren. En het lichaam moet leed en kwellingen op zich nemen, als het daardoor een zondige handeling kan afwenden. Want zijn ziel zal het er eens dankbaar voor zijn, doordat ze het bijstaat in zijn latere positieve ontwikkeling. Tevens is de nood van het lichaam niet van lange duur.
Maar de ziel moet in het hiernamaals boeten, als ze op aarde het gebod van de naastenliefde niet in acht neemt en terwille van aards voordeel zich naar het verlangen van de wereld voegt, die liefdeloosheid eist van de mensen. Want als deze heerst, dan regeert de duivel de mensen en aan deze zult u zich niet mogen onderwerpen. U zult hem weerstand moeten bieden, zelfs wanneer u erg in het nauw wordt gedreven en voor uw lichamelijk leven zult moeten vrezen. Want u redt daardoor uw ziel van de ondergang, en door uw voorbeeld ook die van uw medemensen, als u de liefde beoefent, ook wanneer de wereld u daarbij wil hinderen.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte