Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/3379

3379 Aards bestaan - Eeuwigheid - Droefheid en vreugde

25 december 1944: Boek 44

Het aardse bestaan is maar van korte duur, zelfs al bereikt de mens een hoge ouderdom. Het is maar een fase in de eeuwigheid die kan worden beschouwd als een ogenblik. En alles wat de mens aan vreugde en leed moet doormaken gaat als een vluchtig ogenblik voorbij en laat alleen maar de herinnering achter. Doch elk ogenblik kan zijn uitwerking hebben op de gehele eeuwigheid.

GOD heeft echter het lot van ieder mens goed overwogen en Zijn Liefde heeft er vorm aan gegeven. Daarom zal niets zonder zin of doel zijn wat de mens ook moet meemaken, het zal de ziel tot heil strekken zodra hij zich geheel aan de goddelijke leiding overgeeft en zich zonder te morren in zijn lot voegt. GOD wil de totale onderwerping van de mens bereiken, daar HIJ dan pas onbeperkt in hem kan werken. HIJ verlangt algehele overgave aan Zich om de ziel van de mensen te kunnen doorstromen met Zijn Liefde, en daarom moet zijn hart elk verlangen opgeven dat HEM niet geldt. Het aardse leven is kort en moet benut worden. Het moet benut worden voor de volkomen vereniging met GOD, en elke dag waarin aardse doeleinden het mensenhart bezighouden is verloren.

Daarom ontneemt GOD vaak aan de mensen wat zij uit zichzelf niet willen opgeven, om Zich Zelf dan aan hen aan te bieden als Vervanging. En het is de mens waarlijk niet tot nadeel, hij ruilt het geringste tegen het kostbaarste in en hij zal bovenmate zalig zijn als hij eens inziet hoe liefdevol GOD's leiding was, die hem tot eeuwige zaligheid wilde brengen. Want het is Zijn Liefde en genade dat HIJ Zijn Wijsheid alles laat besturen, omdat HIJ inziet wat de menselijke ziel tot nut is en wat haar voor eeuwig zou kunnen schaden.

HIJ houdt Zijn beschermende Hand boven Zijn kinderen die ijverig op weg zijn naar HEM en die toch in gevaar zijn zich van HEM te vervreemdem, daar de wereld met allerlei verlokkingen op hen afkomt. Maar de mens moet zich vol vertrouwen aan de goddelijke leiding overgeven. Hij moet weten dat Zijn Liefde het aardse bestaan heeft vastgesteld en dat hij HEM eens dankbaar zal zijn als deze korte aardse tijd voorbij is, die maar een ogenblik is in de eeuwigheid.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte