Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/3362
3362 Smeekbede in innigheid en verhoring
10 december 1944: Boek 44
Vraag in het gebed om mijn genade en u zult waarlijk geen gebrek hoeven te lijden of in geestelijke nood blijven. Elke smeekbede die ter wille van het geestelijke, van de aarde naar Mij wordt gezonden, vindt gehoor en Ik bedenk de mens naar de sterkte van zijn geloof. Maar als u vol innigheid tot Mij bidt, hebt u het vaste geloof in u dat Ik u helpen kan en wil en dan stroomt mijn genade u toe in zo’n mate dat u Mij zult moeten herkennen aan uw vredige gelatenheid, want Ik geef deze vrede in uw hart zodra u Mij daarin wilt opnemen. De innigheid van het gebed opent Mij de deur naar uw hart, waarin Ik rondkijk en u aanleiding geef tot verdere ordening daarin, doordat Ik u tot liefde aanspoor en u ook kracht geef om bezig te zijn naar mijn wil. En u zult tot alles in staat zijn. U zult uw geestelijk doel bereiken als u Mij aanroept om genade, om mijn hulp, mijn kracht die Ik u beloofd heb met de woorden: "Vraag, dan zal u gegeven worden."
De aardse nood moet u soms terneerdrukken, opdat u zich geestelijk bezint. De aardse nood is het middel om u aanleiding te geven tot innig gebed, en ze zal ook worden opgeheven als u gelooft. Maar wie ter wille van zijn ziel tot Mij bidt, die zal Mij merkbaar tot zich trekken. Ik zal hem nabij zijn en hem aan de hand leiden, zijn ziel zal Ik bedenken met voedsel dat haar mijn liefde zal laten zien. En kracht en sterkte zal ze daaruit putten. Want dit is mijn hulp, dat Ik tot haar spreek en haar het bewijs geef dat Ik haar hoor. Nooit zal Ik iemand die tot Mij roept in nood laten en daarom zult u Mij zonder ophouden mogen vragen. Ik hoor u en Ik help u, want mijn liefde zal nooit ophouden.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte