Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/3258
3258 Doel van het vroegtijdige sterven
16 september 1944: Boek 42
Voortdurend wordt de mensen het vergaan van aardse zaken voor ogen gehouden en steeds worden ze geconfronteerd met de dood wanneer talloze mensen vroegtijdig overlijden. Ze staan machteloos tegenover de gebeurtenissen die leed en ellende over de mensen brengen. Maar hun instelling veranderen ze niet en ze denken ook niet over de eigenlijke oorzaak van het lijden en het vervroegde sterven van mensen na.
Daarom neemt het leed steeds meer smartelijke vormen aan. De mensheid zal vol ontzetting het komende wereldgebeuren op de voet volgen en verstijven van schrik over de omvang van de rampspoed die over hen losbreekt. Want ze wil niet anders, de mensen raken immers helemaal niet onder de indruk van de ellende van deze tijd en trekken er geen voordeel uit voor hun ziel.
En daarom gebruikt God de sterkste middelen om hen wakker te schudden uit hun slaaptoestand. Want of ook de mensen lichamelijk lijden of door wereldlijke zaken, hun zielen blijven er onaangeroerd door. Zij blijven onverschillig tegenover de slagen van het lot, daar zij anders zouden proberen zich te veranderen vanuit het besef dat hun geestelijke houding de aanleiding is van het toegenomen leed op aarde.
En daarom moeten ook zoveel mensen vroegtijdig sterven, omdat een langer blijven leven hun zielen eerder tot nadeel dan tot voordeel zou zijn. Zij zouden hun geloof geheel verliezen en alleen nog maar aan hun aardse bestaan denken. Daarom laat God het ook toe dat zo talloze mensen het lichamelijke leven verliezen ondanks hun gebrekkige staat van voltooiing, om een negatieve ontwikkeling te verhinderen. Om hun nog de mogelijkheid te geven in het hiernamaals tot voltooiing te komen, want de toestand op aarde blijft voor hen niet verborgen en zij kunnen ook het verdere verloop volgen en tot het inzicht komen dat de mensen zelf schuldig zijn aan het grote aardse leed door de verwaarlozing van hun zielenheil, door ongelovigheid, door een verkeerde levenswandel en door liefdeloos denken.
Ook kunnen de mensen die God reeds vroegtijdig wegroept van de aarde in het aangezicht van de dood nog tot inzicht komen, ze kunnen zich nog innig met God verbinden, ze kunnen door groot verdriet nog gelouterd worden. En dan heeft dat voor hen een verhoogde graad van rijpheid tot gevolg, wat een langer leven op aarde hun niet zou hebben opgeleverd. In dat geval is een vervroegd sterven voor hen nog een zegen.
En hoe groot het lijden op aarde ook is, het is alleen maar een middel om zielen te winnen, maar door weinig mensen als zodanig ingezien. De grootte van de nood moet hen de weg tot God doen vinden, die iedere nood afwenden kan en ook afwenden zal, als de mens gelovig Zijn hulp blijft verwachten.
Waar echter ook deze grote nood zonder resultaat blijft, waar de mensen Hem vergeten en daardoor in het grootste gevaar verkeren geheel op de afgrond aan te sturen, daar beëindigt God zo menig aards leven en Hij laat onmenselijk schijnende rampspoed toe. Want Hij denkt steeds aan de zielen van de mensen en tracht deze te redden, ofschoon het lichaam daarbij vergaat. Want niets is verkeerd wat Hij doet, maar alles is goed en tot zegen van de ziel van de mens.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte