Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/3238
3238 Aansporingen (Joh.14) - De woning in het hart
31 augustus 1944: Boek 42
Uw hart moet rein en vlekkeloos zijn als u Mij daarin wilt opnemen. En dus moet u uw best doen edeler te worden en alleen goede gedachten in u te hebben, elke onedele opwelling moet ver van u blijven. U moet elkaar in vreedzaamheid en liefde bejegenen, geen wrok of haat in u laten bovenkomen. U moet steeds hulpvaardig zijn en uw kracht gebruiken om in de liefde te werken. U moet herhaaldelijk verzonken zijn in gebed en ook de gestorvenen gedenken. U moet barmhartigheid beoefenen en in alle geduld de zwakheden van de medemensen verdragen en niet willen uitblinken, veeleer in deemoed en zachtmoedigheid dienstbaar zijn waar u maar een werk van liefde kunt verrichten. Want dan alleen gaat u op Mij lijken, wanneer u zich inspant Mij in alles na te volgen, wanneer u voortdurend aan uzelf werkt en alle fouten en zwakheden aflegt. Dan kan Ik bezit nemen van uw hart en in u wonen en werkzaam zijn.
Dit is al een bovenmatig grote gelukzaligheid op aarde, want als Ik zelf bij u ben, bestaat er geen nood meer, geen aards leed en geen smart. Want uw lichaam voelt niets meer, alleen voor de wereld schijnt het nog gevoelig ter wille van de mensen die een hoge graad van rijpheid, die mijn tegenwoordigheid toelaat, nog niet vatten. En dus ben Ik ook niet duidelijk te herkennen, maar het mensenkind dat aan de voorwaarden heeft voldaan om te genieten van mijn tegenwoordigheid, voelt mijn nabijheid en is bovenmate gelukzalig. Het hoort Mij en is gelukkig met mijn stem.
En ieder mens kan zich dit geluk verschaffen als hij ijverig naar volmaaktheid streeft, als hij alles doet om mijn welgevallen te verwerven en zijn hart vormt tot liefde. Want dan trekt hij Mij onvermijdelijk tot zich en neem Ik mijn intrek in zijn hart en ga nooit meer van hem weg. Als u echter gebreken hebt en u niet inspant die kwijt te raken, werpt u een hindernis op voor Mij en mijn werkzaam zijn en dan blijf Ik eeuwig onbereikbaar voor u.
U zult ernstig moeten willen en van Mij de kracht vragen om de wil te realiseren en u zult alles moeten doen om vooruit te gaan in uw ontwikkeling. U zult uzelf moeten onderzoeken en uw fouten bestrijden, u zult in het goede moeten wedijveren en er steeds naar streven u te vervolmaken, dan zal mijn liefde u bijstaan en kracht zal u toestromen. Uw streven zal resultaat hebben, u zult Mijzelf kunnen opnemen in uw hart en dit betekent gelukzaligheid al op aarde en eeuwige vereniging in het geestelijke rijk.
Want de vereniging met Mij neemt alle aardse noden van u weg. Ze maakt u vrij en vol van kracht, ze ontheft u van uw gebondenheid aan de aarde en er wordt in u een weten ontsloten dat u gelukkig maakt en aanspoort tot het uiterste werkzaam te zijn in liefde. Want mijn stem weerklinkt dan aanhoudend in u en Ik onderricht u en leid al uw wegen, uw daden, uw gedachten en uw wil. Doch Ik dwing u niet, maar uw hart, Mij vrijwillig aangeboden, heeft dezelfde wil in zich, het heeft zich geheel onderworpen aan mijn wil en daarom kan de mens niet anders meer denken en willen. En dit is de grootste zaligheid, één te zijn met mijn wil.
Streef daarom met alle ijver deze vereniging met Mij na, werk aan uzelf en vorm u tot liefde opdat Ik in alle volheid bij u kan zijn, opdat Ik mijn intrek kan nemen in uw hart en u niet meer eenzaam en verlaten bent, opdat mijn liefde u gelukkig kan maken en mijn kracht u kan toestromen, opdat u de weg over de aarde niet meer alleen zult gaan, maar in Mij een vaste Begeleider hebt.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte