3159b Scheuringen in de godsdienst - Beproeven is noodzakelijk

17 juni 1944: Boek 41

Ook de kennis die de mens zich louter verstandelijk heeft verworven zonder GOD aan te roepen om verlichting van de geest, vertoont veel tekortkomingen en kan daarom niet als „samenhangend“ gekenmerkt worden. Om die reden kunnen nog onderwerpen onopgehelderd zijn en juist deze zijn het die aanleiding geven tot twijfel, omdat zij door uiteenlopende aanhangers ook weer verschillend worden uitgelegd. Hieruit blijkt dus vanzelf dat de verschillende resultaten ook tegen elkaar moeten worden afgewogen door hem, die alleen maar de waarheid nastreeft.

Menselijke kennis is nooit onaantastbaar. En dat het in strijdvragen altijd alleen om menselijke kennis - om menselijke uitleggingen - gaat, blijkt al daaruit dat er over getwist wordt. Want de zuivere waarheid, waarvan GOD Zelf de Grondlegger van is, stemt altijd overeen en zal geen verschillende resultaten te zien geven. De zuivere door GOD gegeven waarheid wordt door een mens die noch van goede wil, noch naar de waarheid verlangt, reeds misvormd ontvangen omdat zijn gedachten door slechte krachten worden beïnvloed - die hem verwarren en voor hem het aangebodene onbegrijpelijk maken. Terwijl omgekeerd de mens die ernstig op zoek is naar waarheid, ook misvormde kennis in twijfel trekt.

Het geeft hem niet de volledige zekerheid van de waarheid en hij onderwerpt het daarom aan een onderzoek, aangenomen dat hem dit onderzoek niet verboden is en er 'n onvoorwaardelijk aannemen wordt geëist. wat echter altijd onherroepelijk een werk van satan is. Want nooit zal het door GOD euvel worden geduid ernstig naar de waarheid te zoeken, en bij dit streven behoort dan ook dat de mens een standpunt inneemt tegenover wat hem als waarheid wordt aangeboden.

De mens mag zich ook niet richten naar wat anderen voor de waarheid houden, maar moet zelf voor zich een oordeel daarover vormen. In het bijzonder als het van hem gevraagd wordt, of als hij zichzelf aanbiedt om kennis te verspreiden en de medemensen te onderrichten.

GOD zal aan de ootmoedige en om Zijn genade biddende mens nooit Zijn bijstand weigeren. Of echter de in de wereld hooggeachte of met een hoge positie beklede geleerde, geestelijk of wereldlijk werkzaam, zich in diepste ootmoed voor GOD buigt, als de enige GEVER van de waarheid - en er dus aan de eerste vereiste om de waarheid te ontvangen is voldaan, moet betwijfeld worden zodra zijn onderwijzingen geen volledige opheldering geven of in tegenspraak met elkaar zijn.

Zolang er scheuringen zijn en verschillende uitleggingen is ook de dwaling aanwezig, omdat er maar een Waarheid is. En om deze ene Waarheid te doorgronden is dus de mens genoodzaakt zichzelf met de eeuwige GODHEID in verbinding te stellen, HAAR om verlichting van geest te bidden en door een aan GOD welgevallige levenswandel zich waardig te maken door HEM rechtstreeks onderwezen te worden.

Maar GOD weet in welke vorm en op welke wijze Hij de om waarheid worstelende en biddende mens onderricht. Maar steeds zal het eindresultaat de zuivere waarheid zijn, omdat GOD wil dat Zijn schepselen zich in de waarheid bevinden en Hij hun ook deze waarheid ook doet toekomen - ieder volgens zijn wil.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in het volgende themaboekje:
Themaboekje Titel Downloaden
6 GOD en de kerken Deel I ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations