Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2372
2372 Voor de naar GOD zoekende mens zijn dwaalleren een barrière
17 juni 1942: Boek 32
De geestelijk zoekende mens is in zekere zin niet vrij zolang hij zich in zijn gedachten niet los kan maken van dwaalleren die hem van menselijke kant uit verkondigd werden, maar die niet overeenstemmen met de zuivere waarheid. Zulke leren hinderen hem om tot een waar inzicht te komen, en zo stelt hij zichzelf daardoor een grens aan zijn kennis. Want niet voordat hij zich heeft vrij gemaakt, kan hem ook de zuivere waarheid niet worden aangeboden - of, als ze hem wordt aangeboden herkent hij ze niet als zodanig.
Weliswaar komt GOD de zoekende mens tegemoet, maar HIJ wil zonder bedenking worden aangenomen. Verkeerde meningen zijn echter barrières door de mens opgesteld, die in zekere zin nog een scheidsmuur tussen GOD en de mens betekenen. Iedere verkeerde leerstelling die de mens niet wil opofferen is zo'n barrière die de mens nog van GOD scheidt. GOD zal nu wel de mens aansporen die hindernissen uit de weg te ruimen, d.w.z. er wordt van de kant van de medemensen gewrikt aan zijn overtuiging doordat er afkeurende kritiek tegen deze dwaalleren wordt opgeworpen die de mens beïnvloeden moet deze leren te verwerpen.
Doet hij dit dan zal hij ook spoedig het ware inzicht hebben. Want nu wordt hij door GOD Zelf onderwezen, DIE hem de juiste opvattingen laat toekomen, die hij nu ook bereidwillig aanneemt. Zolang hij echter in zijn verkeerde zienswijzen volhardt, zal het niet licht in hem worden. Hij ziet dan nergens een samenhang omdat zijn kennis maar fragmentarisch is, niet voldoende om de medemensen te onderrichten. Want geven kan alleen hij die ook bezit - niet echter hij die zelf gebrek heeft.
Hoe gewilliger de mens dus is de juiste weg te bewandelen, d.w.z. de goddelijke Wil te vervullen, des te zekerer zal GOD hem tot het inzicht brengen. Maar meestal duurt het een langere tijd voordat zulke hindernissen die het inzicht onmogelijk maken uit de weg worden geruimd. Daarom moet met alle geduld geprobeerd worden de mensen hun verkeerde meningen te weerleggen. En de liefde tot de medemensen brengt dit ook tot stand zodra een mens zelf in de waarheid wandelt, en de waarheid dus ook verder geven kan. Overwinnaar zal steeds die mens zijn aan wiens zijde de waarheid is, want de waarheid is uit GOD - en GOD kan nooit de mindere zijn. Wie dus GOD zoekt die zal HEM onherroepelijk vinden, want HIJ zal Zich bekend maken aan iedereen die HEM serieus tracht te vinden.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte