Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2231

2231 De leugengeest en zijn werktuigen

8 februari 1942: Boek 31

De leugengeest beheerst de wereld en wie de wereld en haar goederen begeert, is een prooi van deze leugengeest. Want alleen daar kan hij zich handhaven, alleen daar zal hij als heer worden erkend doordat er naar hem wordt geluisterd en hij aanvaard wordt.

De Geest der Waarheid daarentegen zal alleen maar veld winnen onder de mensen die trachten zich van de wereld en haar goederen los te maken, die er geen enkel verlangen naar hebben, maar zich bezighouden met goddelijke zaken en hun denken erop richten, die denken aan hun eigenlijke bestemming en positief staan tegenover een geestelijk leven. Daar is de leugengeest de toegang ontzegd. Want deze mensen verleent GOD Zelf Zijn bescherming en Hij onttrekt hen aan de macht van diegene die de leugen in de wereld brengt.

De mensen die de wereld zijn toegedaan, bekennen daardoor, dat ze hem toebehoren die zijn macht in de wereld heeft, want ze begeren wat nog zijn aandeel eraan is: onverloste materie die nog veel van het kwade geestelijke bevat. En daar hij de wereld helemaal voor zichzelf wil winnen, gebruikt hij elke gelegenheid om de zucht naar materie in de mensen te vergroten, deze hun dus als begerenswaardig voor te stellen. Daartoe bedient hij zich van de leugen, want de waarheid zou de mensen opheldering geven en hen het verlangen naar aardse goederen laten verliezen.

En zo probeert hij elke waarheid met leugen te vermengen, hij tracht de mensen een verkeerd denken binnen te leiden, hij tracht hun geest te vertroebelen, d.w.z. hen te verstrikken in aardse hartstochten en begeerten, zodat de geest in hen met de dichtste omhulsels is omgeven en de ziel geen enkele opheldering kan geven. En al het goddelijke probeert hij omlaag te trekken, al het edele te verstikken, de waarheid te vertroebelen, de liefde uit te roeien, haat en onvrede te zaaien en de mensen geleidelijk zo te vormen dat ze op hem gaan lijken, dat ze al die eigenschappen aannemen die het kwade kenmerken.

De liefde tot de waarheid is maar bij heel weinig mensen aanwezig en zij zijn het die de wereld verachten. Maar hun doel is GOD, DIE de WAARHEID is en ze trachten geestelijke goederen te verkrijgen die duurzaam zijn voor eeuwig. En dus stijgen ze zelf boven de wereld uit en heeft de vorst van de leugen geen invloed meer op hen.

En toch wil hij ze nog in het nauw brengen en daartoe bedient hij zich van hen die uiterlijk eveneens naar de waarheid streven, d.w.z. de schijn wekken de waarheid te zoeken, maar innerlijk de vorst van de leugen zijn toegedaan - die zichzelf en hun leven lief hebben en trachten het zich zo aangenaam mogelijk te maken, die midden in de wereld staan en toch proberen de verbinding met haar te loochenen, die zonder innerlijke drang om zich van de wereld af te keren, hun medemensen een onzelfzuchtig leven voorspiegelen en dus de leugen zijn toegedaan.

Dezen gebruikt de tegenstander als zijn werktuigen, doordat hij ze laat spreken onder de dekmantel van de waarheid, zoals de vorst van de leugen het wil. En zo vermengt zich de leugen met de waarheid en de mensheid neemt alles aan wat haar als waarheid wordt voorgeschoteld en toch de grootste onwaarheid is, want ze heeft geen inzicht omdat ze de waarheid niet begeert, en de onwaarheid beantwoordt meer aan haar aardse verlangen en daarom wordt die zonder enig bezwaar aangenomen.

Maar de Geest der Waarheid zal baan breken, zodra de mensen zich gewillig van de materie afkeren, zodra ze geestelijke goederen begeren en zich op GOD richten. En HIJ zal de leugengeest overwinnen, want wie de waarheid inziet, zal haar verdedigen en trachten haar te verbreiden, en de onwaarheid zal worden verdrongen en daarmee wordt hij overwonnen door wie de leugen in de wereld is gekomen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte