Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2134
2134 Verlangen naar God – Wilskracht – Krachtstroom
30 oktober 1941: Boek 31
Elke poging om God te naderen zal door Hem gezegend worden, doordat het verlangen ernaar steeds sterker wordt en dit ook de vervulling ervan garandeert. Het leven zal een voortdurende strijd zijn, want de mens moet zijn kracht aan de weerstand beproeven en zo zal ook bij een bereidwillig mens het verlangen vaak afnemen, zodat de mens probeert om deze toestand door toegenomen wilskracht te overwinnen. Want pas dan is hij in staat om als strijder van Christus op aarde voor Hem op te komen. Want deze strijd vereist de grootste wilskracht, het grootste geduld en doorzettingsvermogen. Hij moet zichzelf overwonnen hebben, voordat hij als overwinnaar van de medemensen God kan dienen.
Maar als de mens eerst eenmaal een verlangen naar God heeft, dan is hij Hem ook toegenegen en hij doet zijn best om dat te doen, wat God welgevallig is. En de goede wil wordt door Hem erkend en gesterkt, maar deze moet steeds weer opnieuw actief worden, en zodoende wordt het geduld gelijktijdig geoefend, als hij niet ontstemd raakt, maar steeds weer de aansluiting zoekt bij God, ofschoon het hem zwaar valt.
Het strijden van de mens wordt door God gewaardeerd. Hoe meer tegenstand, des te verdienstelijker is het voor hem, als hij de verbinding met Hem vindt en duidelijk Zijn genade ontvangt. God wil dat er hevig naar Hem verlangd wordt. Hij wil gevraagd worden, omdat dit getuigt van de liefde voor Hem en pas die liefde voor Hem levert de medemens wederliefde op, die tot uiting komt in de vorm van toestroom van kracht. En daarom moet het mensenkind zonder ophouden strijden, zodat het dit heerlijke geschenk, de toestroom van kracht uit God, kan ontvangen.
Want deze toestroom van kracht brengt het wezen steeds dichter bij God. Wie deze krachtstroom gewaarwordt, moet al in de lichtkring van de goddelijke uitstraling staan, omdat hij er anders niet door getroffen kan worden. En wat dat betekent, begrijpt de mens op aarde nog niet. Wat het betekent om op aarde al licht- en krachtdrager te mogen zijn en goddelijke kracht, die in de vorm van Zijn woorden naar de mensen toestroomt, door te kunnen geven aan de medemensen om zodoende als het ware de kracht uit God door te kunnen geven.
Waar deze grote genade de mensen aangeboden wordt, daar zou geen worstelen hem te zwaar moeten lijken, want als hij worstelt om innerlijke kracht en sterkte voor zijn wil, zal hij zijn doel bereiken. Hij zal, wat hem aanvankelijk zwaar leek, steeds gemakkelijk uit kunnen voeren. Hij zal de kracht uit God gewaarworden en zijn verlangen naar God zal steeds inniger worden en God zal dit verlangen ook vervullen.
Amen
Vertaald door Peter Schelling