2107 “Waar twee of drie in Mijn naam verzameld zijn”
10 oktober 1941: Boek 30
Waar twee of drie in Mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden. Welke belofte is vervat in deze woorden van de Heer? Hij kondigt diegenen Zijn aanwezigheid aan die in de Naam van Jezus bij elkaar vertoeven. En dus wil Hij dat de mensen samenkomen en aan de Heer denken. Hij wil dat ze elkaar wederzijds aansporen om te geloven, dat ze elkaar behulpzaam zijn en over Hem spreken, dat ze Hem dus in hun hart dragen en Zijn naam in de mond hebben.
En dan wil Hij bij hen zijn, al is het ook onzichtbaar. Hij wil dat ze op de hoogte zijn van Zijn tegenwoordigheid, ofschoon ze Hem niet zien. En zo is het de goddelijke wil dat de mensen in kleine kring samenkomen om het goddelijke Woord te vernemen. Maar Hij voegt eraan toe: twee of drie. En de mensen moeten hier aan denken, dat de Heer deze woorden niet toevallig heeft gesproken. Ze moeten er aan denken dat ook deze woorden een diepe betekenis hebben.
Een grote gebedsgemeenschap kan niet volgens de wil van God zijn. Want er wordt iets tot een mechanisch handelen, wat een diepste innerlijke beleving moet zijn. Want waar maar weinig mensen bij elkaar zijn, daar vinden geen uiterlijkheden plaats. En deze dringen dieper binnen in het goddelijke Woord, omdat ze elkaar hun opvattingen meedelen en ook serieus hun best doen, te leven naar dit Woord. En deze goede wil trekt God al aan, om welke reden Hij met Zijn aanwezigheid de gelovigen gelukkig maakt.
Maar als er grote gebedsbijeenkomsten worden gehouden, is er geen wederzijdse uitwisseling van gedachten mogelijk. Ieder is voortdurend bezig met zijn eigen gedachten en deze houden zich niet steeds op in het geestelijke rijk. De mensen houden zich niet steeds bezig met eeuwigheidsvraagstukken. Ze zijn ook vaak erg aards gezind. En daarom zal God nooit onder diegenen vertoeven, want Hij is alleen maar daar, waar er in alle innigheid naar wordt gestreefd bij Hem te zijn.
En in zo’n gemeenschap zullen er slechts weinige zijn die de ernstige wil hebben goed te zijn en daarom God om kracht vragen om hun wil te kunnen realiseren. Deze zal de Heer gelukkig maken, maar het zijn er niet veel. De meesten vervullen alleen een plicht en zijn bijgevolg meer vormgelovig. En bij zulke mensen kan de goddelijke belofte nooit worden vervuld. En daarom moeten de mensen zich aan het goddelijke Woord houden.
Ze moeten in kleine kring bij elkaar vertoeven en zich sterken aan het Woord Gods. Maar ze moeten nimmer geloven dat het God welgevallig is, wanneer een dergelijk samen zijn plichtshalve wordt verlangd, wat diepe, innige verbondenheid met de Heer uitsluit wanneer de wil niet buitengewoon sterk is, zodat de mens alle indrukken die hem van buitenaf treffen, buiten beschouwing laat. Dan zal de Heer ook bij hem zijn. Maar bij wie enkel de vorm volstaat, diens geloof is niet levend. Dus zal hij ook die woorden niet de betekenis toekennen die deze woorden werkelijk hebben.
Amen
Themaboekje | Titel | Downloaden |
---|---|---|
101 | Beloften van Jezus „Ik ben bij u alle dagen“ | ePub PDF Kindle |
Deze openbaring
als MP3 downloaden
Afdrukvoorbeeld
Kladschriften