Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2102
2102 De kracht en macht van de liefde – Volmaaktheid
8 oktober 1941: Boek 30
De liefde is het grootste wonder. Ze is tegelijkertijd kracht en uitwerking. Ze is een macht die alles regeert en die tegelijkertijd dient. Ze is de tegenpool van de haat en de liefdeloosheid, zoals God als de liefde Zelf de tegenpool is van degene, die de haat tegen Hem in zich draagt. De liefde is de diepste grond van al het leven en er is niets, wat de liefde niet voortgebracht heeft. Zelfs de tegenpool van God werd vanuit deze liefde geschapen, maar als hoogst volmaakt wezen, dat zichzelf tot onvolmaaktheid vormde door zijn wil.
Omdat God de eeuwige liefde is, moet alles wat uit Hem voortgekomen is, ook goed zijn, omdat de liefde nooit iets slechts voort kan brengen. Dus alles wat uit God voortgekomen is, is goed. Maar de liefde liet ook niets wat onvrij was, ontstaan, want onvrijheid is iets onvolmaakts en kan zodoende nooit van goddelijke oorsprong zijn. Waar de liefde van God werkzaam is, daar komt enkel het hoogst volmaakte tevoorschijn. Maar wat onvolmaakt is, heeft niet de liefde als oorsprong of het is door liefdeloosheid in een graad van onvolmaaktheid gedrongen.
Zodoende is de graad van liefde bepalend voor de graad van volmaaktheid. Dat wil zeggen dat het gebrek aan liefde steeds weer onvolmaaktheid als effect zal hebben. Hetzij op aarde of ook in het hiernamaals. De wet van de liefde blijft overal onherroepelijk. Hieraan zijn alle scheppingen onderworpen. De toestand van het wezenlijke hangt eveneens van deze wet af en leven of dood heeft evenzo de graad van liefde als voorwaarde. Liefde moet in alles aanwezig zijn, wat uit de eeuwige liefde voortgekomen is. Dan zal het tegelijkertijd regeren en dienen. Het zal kunnen scheppen en vormgeven op grond van zijn liefde en daarin een onvoorstelbaar geluk vinden.
Maar zodra liefdeloosheid en haat de liefde verdringen, komt er iets onvolmaakts uit de wil van de vormgever voort, dat noch geluk schenkend, noch gelukbrengend is. En dit zal zijn arrogante geest zijn. Het zal weer haat en liefdeloosheid in zich dragen.
Maar liefde is kracht en haar werking is onvoorstelbaar. Ze neemt de strijd met de liefdeloosheid op. Ze geeft onophoudelijk en probeert zo het op zich liefdeloze voor zich te winnen. Ze probeert het tot liefde te veranderen en weer naar de toestand van volmaaktheid te leiden. Ze kijkt niet passief toe hoe de liefdeloosheid een verwoestende uitwerking heeft, maar zet hier haar kracht tegenover en bouwt op. En de liefde is de sterkste macht. Ze overwint alles en leidt uiteindelijk ook hetgeen uit de liefdeloosheid ontstaan is naar liefde, dat wil zeggen naar God, terug.
Amen
Vertaald door Peter Schelling