Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2098
2098 Onvergankelijkheid van dat, wat God naar de aarde laat komen
5 oktober 1941: Boek 30
Een geschenk, dat van goddelijke oorsprong is, is onvergankelijk. Alles wat van God komt, blijft in zijn oorspronkelijke substantie bestaan, want het is geestelijke kracht, het is het voortbrengsel van de liefdesuitstraling uit God. Het kan niet vergaan, omdat geestelijke kracht, die eenmaal uitgestraald is, eeuwig hetzelfde blijft. Kracht, die tot werkzaamheid aanzet. In welke vorm deze kracht ook tot uiting komt, is om het even. Ze blijft steeds onvergankelijk.
Als God Zichzelf nu openbaart, dan stuurt Hij ook geestelijke kracht naar de aarde, want Hij is Zelf in het woord. Want God is kracht. En zodoende is het begrijpelijk, dat Hij niet Zichzelf in het woord openbaart, om dit woord aan de vernietiging prijs te geven. Wat Zijn wil laat ontstaan, heeft zijn verklaring en zijn doel. Want God doet niets willekeurig, maar alles is sinds eeuwigheid voorbedacht en getuigt van Zijn wijsheid en liefde. En omdat Zijn zendingen onverwoestbaar zijn, zullen ze ook hun doelen behalen.
Slechts zelden kan het zuivere woord van God naar de aarde geleid worden en daarom is een werk ook zelden van lange duur. Maar de wil van God voldoet om behouden te laten blijven, wat deze wil naar de aarde liet komen. En ofschoon het woord ook hevig betwist wordt, de mensen zullen het nooit ongeldig kunnen maken, want zijn kracht stroomt in iedereen over, die ernstig onderzoekt. En dat enkel diegenen die ernstig onderzoeken inzicht krijgen, daarvoor zal God Zelf zorg dragen, want Hij weet waar gebrek aan is en alles is goed, zoals Hij het laat gebeuren.
In de komende tijd zal er nauwelijks een mens zijn, die onbelast zal blijven en iedereen zal troostende woorden nodig hebben, maar deze niet daar willen zoeken, waar deze alleen gezocht moeten worden. Maar waar het zuivere woord hem toegestuurd wordt, zal hij het ook als een kracht voelen, die hem innerlijk in beroering brengt en hem aanzet tot nadenken over geestelijke vraagstukken en die hem anderzijds als een zachte bemoediging uit de hoogte voorkomt.
En degene die aandachtig het goddelijke woord leest, zal gefascineerd worden, ook wanneer hij er zich eerst tegen verzet heeft. Want het woord is kracht en de kracht wordt werkzaam, zodra de mens er geen weerstand tegen biedt. En God zal Zijn woord ertegen beschermen, dat het in handen valt, die te onrijp zijn voor de beoordeling ervan of zich nog in de macht van de tegenstander bevinden. Het woord komt naar de aarde met het oog op de grote geestelijke nood. Het is een middel voor het opheffen hiervan. Het is de hulp, die God de Zijnen stuurt en die het redmiddel is voor allen, die in het gevaar verkeren te verdrinken in de maalstroom van de wereld. En zou dit woord niet de tijd moeten overleven en niet willekeurig vernietigd moeten kunnen worden?
God Zelf is in het woord bij de mens. Dit woord elimineert elke vrees voor aardse maatregelen. God is het woord en Zijn liefde is eindeloos, zodat Hij naar de mensen wil komen om hen te helpen. Hij kan Zich echter niet zichtbaarder bekendmaken dan in het woord. Maar waar Zijn woord op aarde neerdaalt, daar is ook Zijn liefdesgeest werkzaam en nooit zal Hij laten vergaan, wat deze liefdesgeest liet ontstaan. Want God is kracht en Zijn werkzaam zijn is uitstroming van kracht en de menselijke wil is niet in staat om die kracht in het niets op te lossen.
Amen
Vertaald door Peter Schelling